Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024

Sociale verkiezingen 2020: uitzendkrachten krijgen stemrecht (Claeys & Engels)

Auteur: Olivier Wouters (Claeys & Engels)

Publicatiedatum: 30/04/2019

Op 30 april 2019 verscheen in het Belgisch Staatsblad de wet die een aantal wijzigingen aanbrengt aan de sociale verkiezingswetgeving. Hoewel alle grote principes en kernbegrippen van de vorige verkiezingsedities behouden blijven, springen enkele wijzigingen in het oog. Zeker wat betreft de uitzendkrachten. Randstad wil jou hierover dan ook informeren. We laten hiervoor graag Olivier Wouters, advocaat-vennoot bij Claeys & Engels en expert in deze materie, aan het woord.

Van 11 tot 24 mei 2020 vinden de vierjaarlijkse verkiezingen van de personeelsafgevaardigden plaats. Ondernemingen met minstens 50 werknemers moeten die organiseren voor de oprichting van het comité voor preventie en bescherming op het werk. Vanaf 100 werknemers moeten ook verkiezingen voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad worden georganiseerd.

Wanneer moet een onderneming sociale verkiezingen organiseren?

Een onderneming in de zin van een “technische bedrijfseenheid” (TBE) moet verkiezingen organiseren wanneer deze tijdens de wettelijke referteperiode minstens 50 werknemers (voor het CPBW) en minstens 100 werknemers (voor de ondernemingsraad) tewerkstelt.

Heeft de wetgever de referteperiode vervroegd?

Ja dat klopt. De wetgever heeft het advies van de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad gevolgd. Er is nu wettelijk verankerd dat het aantal werknemers berekend moet worden gedurende de periode van 1 oktober 2018 tot en met 30 september 2019. Dit komt dus neer op een vervroeging van de telling met één kwartaal ten opzichte van vorige verkiezingsedities.

Geldt dit ook voor de uitzendkrachten?

Ook de referteperiode voor de berekening van het gewoonlijk gemiddeld aantal uitzendkrachten bij de gebruiker is vervroegd. Voortaan moet de gebruiker rekening houden met de uitzendkrachten die bij hem aan de slag zijn tijdens het tweede kwartaal van 2019. Uitzendkrachten die een vaste werknemer vervangen waarvan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is, moeten echter niet meegeteld worden.

Kunnen werkgevers vrijgesteld worden van het bijhouden van het register voor de uitzendkrachten?

Normaal moet de gebruiker die uitzendkrachten tewerkstelt gedurende de referteperiode een bijlage bij het algemeen personeelsregister bijhouden. De wetgever heeft nu geopteerd voor een administratieve vereenvoudiging. Een onderneming met minstens 100 werknemers kan worden vrijgesteld van het bijhouden van dit register als de ondernemingsraad unaniem verklaart dat de drempel van 100 werknemers wordt overschreden. Dit is ook logisch aangezien die bedrijven sowieso verkiezingen moeten organiseren en het heeft dus weinig zin dat ze ook nog eens voor de uitzendkrachten een overzicht moeten opmaken. Voor de verkiezingen van 2020 moet de ondernemingsraad die unanieme schriftelijke verklaring doen binnen een periode van 30 dagen volgend op de inwerkingtreding van de verkiezingswet. Aangezien deze wet in werking is getreden op de dag dat ze gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad (30 april 2019) , begint de termijn van 30 dagen dus vanaf 1 mei 2019 te lopen.

Klopt het dat uitzendkrachten voortaan mogen stemmen bij de gebruiker?

Inderdaad, de uitzendkracht krijgt stemrecht bij de gebruiker. Dit is een belangrijke wijziging aangezien tot nu enkel werknemers met minstens drie maanden anciënniteit stemrecht hebben. De uitzendkracht moet voldoen aan twee cumulatieve voorwaarden. In de eerste plaats moet de uitzendkracht gedurende ofwel minstens drie ononderbroken maanden gewerkt hebben of, in geval van onderbroken tewerkstellingsperiodes, in totaal minstens 65 arbeidsdagen gewerkt hebben in de periode die loopt van 1 augustus 2019 tot aan de datum van aanplakking van de aankondiging van de verkiezingsdatum (d.w.z. de zgn. “dag X” – dus in februari 2020). Daarnaast moet de uitzendkracht in de periode vanaf dag X tot en met 13 dagen vóór de verkiezingsdatum (d.w.z. dag Y-13) minstens 26 arbeidsdagen tewerkgesteld zijn. Er wordt gekeken naar de tewerkstelling in de juridische entiteit van de gebruiker of in de TBE van de gebruiker die gevormd wordt door meerdere juridische entiteiten.

Welke andere wetswijziging is belangrijk voor werkgevers?

De versoepeling van de modaliteiten voor het elektronisch stemmen vormt een belangrijke vooruitgang. De ondernemingsraad, het preventiecomité of, bij ontstentenis, de werkgever in akkoord met de vakbondsafvaardiging, kan beslissen dat elektronisch stemmen mogelijk is vanop de gebruikelijke werkpost. Dit akkoord moet de modaliteiten bevatten om het stemgeheim te waarborgen en eventuele beïnvloeding van het stemgedrag te voorkomen. Het akkoord zal ook moeten beschrijven wat in de onderneming verstaan wordt onder “gebruikelijke werkpost”. Dit zal een belangrijke verlichting zijn van de administratieve en organisatorische werklast voor de werkgevers. En bovendien ook goed voor het milieu!

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid