Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Sectoraal akkoord bouwsector 2019-2020 goedgekeurd (Schoups)

Auteurs: Sara Cockx en Sara Mannaerts (Schoups)

Publicatiedatum: 12/07/2019

Op 26 juni 2019 ondertekenden alle betrokken sociale partners het nieuwe sectorale akkoord voor het PC 124, het paritair comité voor het bouwbedrijf. Dit nieuwe sectorale akkoord, dat van toepassing is op alle werkgevers en arbeiders in de bouwsector, bevat een reeks interessante wijzigingen voor de periode 2019-2020.
Wij geven u hieronder een overzicht van de belangrijkste wijzigingen:

  • De brutolonen (minimumlonen en effectieve lonen) worden verhoogd met de overeengekomen marge van 1,1%, bovenop de indexeringen. Deze verhogingen zijn reeds in voege sinds 1 juli 2019.
  • De sociale partners zijn overeengekomen om aan de bevoegde minister een uitbreiding van de gunstige fiscale behandeling van de lonen voor gepresteerde overuren te vragen. Zo zal onder meer worden verzocht om het aantal overuren (waarvoor een gunstig fiscaal regime van toepassing is) op te trekken van 180 naar 220 overuren per jaar. Voor werkgevers die wegenwerken uitvoeren wordt zelfs voorgesteld om deze grens, onder bepaalde voorwaarden, te verhogen naar 280 uren per jaar. Tot slot wordt gevraagd om de verplichting van aanwezigheidsregistratie boven 130 uren overwerk af te schaffen.
  • Met het oog op een betere work-life balance en welzijn voor de arbeiders, worden enkele maatregelen genomen in het kader van mobiliteit. Zo wordt onder meer de mobiliteitsvergoeding met 20% verhoogd en zal een mobiliteitsdag worden toegekend aan arbeiders die gedurende een kalenderjaar een mobiliteitsvergoeding ontvangen voor 43.000 kilometers of meer.
  • De arbeider die overuren wenst te recupereren (overeenkomstig KB 213) zal, in onderling overleg met zijn werkgever, inhaalrustdagen kunnen opnemen binnen de 12 maanden (in plaats van binnen de 6 maanden, hetgeen tot nu toe het geval was).
  • Om de veiligheid op de werven de verhogen, hebben de sociale partners het noodzakelijk geacht dat men elkaar voldoende begrijpt op de werf. Daarom zal voortaan per aannemer iemand op de werf moeten worden aangeduid die of het Engels, of één van onze drie landstalen spreekt.
  • Tot nu toe hadden arbeiders in de bouwsector slechts recht op een eerste anciënniteitsdag na 25 jaar ondernemingsanciënniteit. De sociale partners hebben dit echter verlaagd naar 15 jaar ondernemingsanciënniteit, met als doel de bouwsector aantrekkelijker te maken.

De sectorale bijdragen ter financiering van de sectorale veiligheids- en welzijnsinitiatieven, worden voortaan ook geïnd bij de buitenlandse ondernemingen die arbeiders naar België detacheren, hetgeen tot nu toe nog niet het geval was. De sociale partners hebben geredeneerd dat werven met gedetacheerde werknemers vaak aan extra veiligheidsrisico’s gebonden zijn (onder meer door het gebruik van andere technieken en taalbarrières) en dat het daarom logisch is dat deze werkgevers eveneens bijdragen aan de veiligheidsinspanningen binnen de sector. Het exacte bedrag van deze bijdrage en de hoe de inning praktisch in zijn werk zal gaan, is momenteel nog onduidelijk. Constructiv heeft in dit kader de opdracht gekregen tot de concrete uitwerking ervan.

Tot nu toe konden de werkgevers in de bouwsector, overeenkomstig het KB 213, hun arbeiders tot een uur langer later werken. Deze grens wordt door de sociale partners opgetrokken naar maximaal 1,5 uur per dag overwerk (met een maximum van 7,5 uren op weekdagen). Zoals reeds eerder toegelicht blijft de totale grens van 180 uren per kalenderjaar voorlopig behouden, maar zal met men vragen aan de bevoegde minister om deze grens op te trekken naar 220 uren per jaar.

Daarnaast worden een aantal sectorale regelingen verlengd, bijvoorbeeld de regeling SWT, de regeling landingsbanen (mits aanpassing aan cao-nr. 137 met betrekking tot de leeftijd voor het halftijdse stelsel loopbaanvermindering) en het stelsel van de bestaanszekerheid. De forfaitaire bedragen van de aanvullende vergoedingen STW worden wel aangepast overeenkomstig CAO 17.

De sociale partners willen de sector tot slot graag verder blijven optimaliseren en aantrekkelijker maken. Zo blijkt onder meer uit de verschillende werkgroepen en campagnes die worden opgezet, zoals bijvoorbeeld de werkgroep inzake eindeloopbaan en zware beroepen en de campagne ter vermindering van het aantal arbeidsongevallen. Ook zal meer worden ingezet op de instroom binnen de sector, door onder meer het afsluiten van partnerschapsovereenkomsten met een aantal bouwscholen.
Dit akkoord zal nog omgezet worden naar de nodige uitvoeringscao’s.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid, Bouw & Vastgoed