HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024

Regeling starterslonen voor jongeren eindelijk van start (SoConsult)

Auteur: Ann Taghon (SoConsult)

Publicatiedatum: mei 2019

De wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie heeft een regeling van starterslonen voor jongeren ingesteld.

De regels m.b.t. de starterslonen werden geïntegreerd in de startbaanregeling en gelden voor de werknemers die worden aangeworven met een zogenaamde “startbaanovereenkomst type 1” (zie Sociaal Compendium Arbeidsrecht 2018-2019, nr. 510 en 511).

De regeling laat werkgevers toe de loonkost van nieuwe werknemers van 18, 19 of 20 jaar, zonder werkervaring, te verlagen met respectievelijk 18, 12 of 6 % zonder dat dit leidt tot een daling van het nettoloon van de jonge werknemer. De krachtlijnen van de regeling kan u lezen in SoCompact nr. 16-2018.

De intentie van de wetgever was de regeling van start te laten gaan op 1 juli 2018 voor de arbeidsovereenkomsten die vanaf die datum worden gesloten.

Tot voor kort was het evenwel onmogelijk de regeling – zonder rechtsonzekerheid – toe te passen, omdat nog een stukje van de wetgeving ontbrak. Er ontbrak een koninklijk besluit dat de tabel met de maandelijkse forfaitaire toeslagen zou bepalen, die de werkgever moet betalen aan de jongere als compensatie voor de vermindering van het loon.

Uiteindelijk werd beslist de toeslag niet te bepalen in een tabel met forfaits variërend naargelang van de leeftijd van de werknemer en het toepasselijke niet-verminderde minimumloon, maar wel onder de vorm van een compenserende toeslag die wordt berekend volgens een in de wet zelf bepaalde formule. Dat werd geconcretiseerd in de Jobsdealwet.

Compenserende toeslag 

De werkgever die het brutoloon van de jonge nieuwe werknemer vermindert, moet aan die werknemer bovenop het loon een toeslag betalen.

De toeslag is gelijk aan het verschil tussen:

  • het nettoloon zoals berekend op basis van het niet-verminderde brutoloon en
  • het nettoloon zoals berekend op basis van het verminderde brutoloon. 

Voor de werknemers van wie het vakantiegeld wordt betaald via de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie of een vakantiefonds, wordt de toeslag verhoogd met een percentage berekend op het verminderde brutoloon.

Het percentage bedraagt:

  • 0,82 % indien het loon verlaagd wordt met 6 %,
  • 1,75 % indien het loon verlaagd wordt met 12 %,
  • 2,82 % indien het loon verlaagd wordt met 18 %. 

Deze verhoging heeft als doel ook het verlies aan enkel en dubbel vakantiegeld voor de hierboven vermelde werknemers te compenseren.

Aangezien de toeslag niet meer forfaitair bepaald wordt, maar telkens moet berekend worden, is in de wetgeving het begrip forfaitaire toeslag telkens vervangen door compenserende toeslag.

Andere wijzigingen 

De Jobsdealwet heeft ook nog een aantal andere kleine wijzigingen aangebracht aan de regeling van de starterslonen. 

Zo worden werkgevers die vallen onder een paritair comité of paritair subcomité dat minimumlonen heeft vastgesteld voor jongeren van 18 tot 21 jaar die lager zijn dan de minimumlonen vanaf 21 jaar, uitgesloten van het toepassingsgebied van de regeling. Maar de uitsluiting geldt niet als deze minimumlonen voor jongeren van 18 jaar tot 21 jaar enkel gelden voor de tewerkstelling van studenten. Met de uitsluiting wil men verhinderen dat het brutoloon van de betrokken jongeren tweemaal zou worden verlaagd.

Ook zijn de elementen van het loon die procentueel verminderd mogen worden, voor zover zij rechtstreeks door de werkgever worden uitbetaald, nu uitdrukkelijk bepaald. Het betreft:

  • het loon voor werkelijke arbeid,
  • het gewaarborgd loon bij ziekte en ongeval of voor afwezigheden met behoud van loon,
  • het enkel en dubbel vakantiegeld,
  • de eindejaarspremies,
  • de vergoedingen betaald in geval van beëindiging van de overeenkomst, voor zover ze worden uitgedrukt in arbeidstijd. 

De andere loonelementen worden berekend en uitbetaald op basis van het niet-verminderde brutoloon.

Inwerkingtreding

De wijzigingen zijn in werking getreden op 1 maart 2019.

Indien de werkgever het loon van de jongere al verminderd heeft in de periode vóór 1 maart 2019, dan is de werkgever de compenserende toeslag verschuldigd aan de jongere, berekend zoals bepaald in de Jobsdealwet. De werkgever moest de toeslag dan in principe in maart 2019 betalen, maar dat is op een datum die zich situeert vóór de publicatie van de Jobsdealwet…

Lees hier het originele artikel 

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid