Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Loonbarema’s in PC 200 discriminerend volgens arbeidsrechtbank (Reliance)

Auteur: Reliance

Publicatiedatum: augustus 2019

Op 11 april 2019 heeft de Arbeidsrechtbank van Leuven de claim van een werknemer afgewezen die achterstallig loon vorderde op basis van de loonbarema’s van het Paritair Comité 200 (PC 200 – oud PC 218) dat meer dan 54.000 ondernemingen in België omvat.

De loonbarema’s van PC 200 voorzien in een evolutie van het loon in functie van de anciënniteit opgevat als de beroepservaring bij de werkgever, maar ook bij andere werkgevers.

Daarnaast voorzien de sectorale bepalingen in de gelijkstelling van verschillende periodes van inactiviteit (langdurige arbeidsongeschiktheid, loopbaanonderbrekingen, deeltijdse arbeid, etc.) aan periodes die worden geregistreerd voor de berekening van de jaren van beroepservaring.

De Rechtbank meent dat de loonevolutie in feite onrechtstreeks meer verband houdt met de leeftijd van de werknemer dan met zijn werkelijke beroepservaring. Een oudere werknemer kan de facto immers een langere beroepservaring aanvoeren, zelfs als hij al jaren niet meer werkt (gezien het grote aantal gelijkgestelde perioden van inactiviteit).

De Rechtbank concludeert dat het systeem van loonevolutie dat van toepassing is binnen PC 200 een onrechtstreekse discriminatie invoert: de regel die a priori voor elke werknemer geldt, creëert een verschil in behandeling op basis van de leeftijd. De Rechtbank voegt hieraan toe dat dit verschil in behandeling niet kan worden beschouwd als een legitiem doel met proportionele middelen. Om deze reden is het discriminerend en in strijd met de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie.

Gevolg : de Koning kon de bindende kracht van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet bij koninklijk besluit uitbreiden omdat deze onwettig is.

De Rechtbank verwerpt aldus de toepassing van de sectorale bepalingen van PC 200 op deze basis en wijst de vordering van de werknemer af die loonachterstallen claimde door een anciënniteit (lees: “beroepservaring”) in te roepen die hoger is dan diegene die werd overeengekomen in zijn arbeidsovereenkomst.

De gevolgen van deze beslissing kunnen aanzienlijk zijn. Indien de toepasselijke sectorale bepalingen inzake loonbarema’s van toepassing binnen PC 200 dienen verworpen te worden, zouden enkel de bepalingen binnen de onderneming en/of in de arbeidsovereenkomst en/of uit de CAO nr. 43 gesloten op nationaal niveau van toepassing zijn op de arbeidsverhoudingen in deze sector.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid