Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024

Internationaal werken. Voorafgaande diensttijd in een andere lidstaat en impact op het beloningssysteem. Hof van Justitie 10 oktober 2019 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 02/12/2019

Waarover ging het?

Een Duitse docente was vijf jaar verbonden aan de Universität München, waarna zij eveneens gastdocent werd bij de Universität Wien. Na haar doctoraat werd ze bij die universiteit bevoegd verklaard om op basis van een contract voor bepaalde tijd als universitair docent geschiedenis te doceren.

Haar aanvankelijk tijdelijke contract werd met ingang van 1 maart 2013 omgezet in een contract voor onbepaalde tijd, maar in dit contract is voor haar inschaling overeenkomstig de kader-cao geen rekening gehouden met voorafgaande diensttijd.

Bij besluit van het rectoraat van de Universität Wien van 8 november 2011 heeft deze universiteit toch besloten om van de relevante voorafgaande diensttijd bij senior docent/postdoc-aanstellingen 4 jaar in aanmerking te nemen in geval van een op 1 oktober 2011 of later begonnen arbeidsrelatie.

Bij de inaanmerkingneming van die relevante voorafgaande diensttijd werd geen onderscheid gemaakt tussen de diensttijd in Oostenrijk en de diensttijd in het buitenland.

Ten aanzien van de docente is bij haar inschaling met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2010 een relevante voorafgaande diensttijd van vier jaar in aanmerking genomen, waardoor zij in salarisschaal B1 werd ingedeeld, onder de in artikel 49, lid 3, onder b), van de kader-cao genoemde voorwaarden, en met bevordering naar de volgende salaristrap na een diensttijd van vier jaar.

De docente heeft toen in beroep bij het Arbeits- und Sozialgericht Wien (rechter voor arbeids- en socialezekerheidszaken Wenen, Oostenrijk) verzocht dat haar gehele voorafgaande diensttijd in aanmerking wordt genomen, te weten de achtenhalf jaar aan de Universität Wien en de vijf jaar aan de Universität München, teneinde in een hogere salaristrap te worden ingeschaald.

Nadat het Arbeits- und Sozialgericht Wien deze vordering had afgewezen, heeft de docente tegen het vonnis van die rechter hoger beroep ingesteld bij de verwijzende rechter, het Oberlandesgericht Wien (hoogste rechterlijke instantie van de deelstaat Wenen, Oostenrijk). Deze laatste rechter heeft twijfels met betrekking tot de omvang van het beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit en het recht op vrij verkeer van werknemers, zoals die door het Unierecht worden gewaarborgd.

Tegen deze achtergrond heeft het Oberlandesgericht Wien de behandeling van de zaak geschorst en prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie.

Besluit van het Hof van Justitie

Artikel 45, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een regeling van een universiteit van een lidstaat, zoals aan de orde in het hoofdgeding, volgens welke bij de inschaling van een werknemer als senior docent/postdoc aan die universiteit, de voorafgaande werkzaamheden van die werknemer in een andere lidstaat enkel in aanmerking worden genomen voor een totale duur van maximaal vier jaar indien die werkzaamheden gelijkwaardig of zelfs identiek waren aan de door die werknemer in die functie als senior docent/postdoc te verrichten werkzaamheden.

Artikel 45 VWEU en artikel 7, lid 1, van verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie moeten aldus worden uitgelegd dat die zich niet verzetten tegen een dergelijke regeling indien de voorafgaande, in een andere lidstaat verrichte werkzaamheden niet gelijkwaardig waren, maar enkel nuttig blijken te zijn voor de uitoefening van die functie als senior docent/postdoc.

Lees hier het arrest van het Hof van Justitie van 10 oktober 2019

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid