Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024

De kosten voor voeding en huisvesting van gedetacheerde bouwvakkers (Mploy)

Auteur: Steven Renette (Mploy)

Publicatiedatum: juni 2018

Het uitgangspunt bij detachering is gekend: een buitenlandse werkgever die in België werknemers tewerkstelt, moet de “harde kern”- bepalingen van het Belgisch arbeidsrecht respecteren.  De “harde kern”- bepalingen zijn de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden waarvan de naleving strafrechtelijk wordt beteugeld.  Indien aangenomen wordt dat anno 2018 het niet naleven van algemeen verbindend verklaarde cao’s strafrechtelijk wordt beteugeld –  dit is op zich al een discussie waard nu artikel 189 van het Sociaal Strafwetboek schendingen hiervan enkel bestraft met een sanctie van niveau 1, d.w.z.  een administratieve geldboete  … –  betekent dit dat de detacherende werkgever deze cao’s moet naleven van de sector waarin hij in België actief is.

2.1. In de schoot van het Paritair Comité nr. 124 voor het Bouwbedrijf werd op 12 juni 2014 een cao afgesloten met als hoofding “arbeidsvoorwaarden”.  Deze – algemeen verbindend verklaarde – cao voorziet o.m. in de verplichting voor de werkgever om de werknemer die werkzaam is op een werkplaats die zo ver van zijn woonplaats verwijderd is dat hij onmogelijk dagelijks naar huis kan terugkeren, naar behoren “kost” (sic) en huisvesting te verstrekken. Indien hij daar niet zelf voor zorgt, is de werkgever de werknemer een vergoeding verschuldigd die respectievelijk 27,16 euro voor kost en  12,89 euro voor huisvesting bedraagt. Deze vergoedingen zijn volgens de cao verschuldigd per werkdag.

Het lijdt weinig twijfel dat de werkplaats van gedetacheerde werknemers zo ver van hun woonplaats verwijderd is dat zij onmogelijk dagelijks naar huis kunnen terugkeren.  Dat betekent dat de buitenlandse werkgever hen krachtens de cao “naar behoren kost en huisvesting” moet verstrekken dan wel hen de compenserende vergoeding moet betalen.

2.2. De werkgever kan er volgens de cao voor kiezen om zelf in staan voor de kost en huisvesting van de gedetacheerde werknemers.  De kost en huisvesting moeten volgens de tekst van de cao “naar behoren” zijn. Hoe er kan worden uitgemaakt of dit het geval is, wordt in de cao niet verduidelijkt. Voor wat de huisvesting betreft, gebeurt het wel eens dat de sociale inspectiediensten hiervoor de collega’s van de (Vlaamse) woninginspectie inschakelen. Of het FAVV ooit werd ingeschakeld om de kwaliteit van de voeding na te gaan, is ons niet bekend. De kwaliteitstoets van de kost gebeurt meestal aan de hand van de aankoopbewijzen van de voedingsmiddelen die de werkgever voorlegt.

2.3. Indien aangenomen wordt dat de verplichtingen die algemeen verbindend verklaarde cao’s opleggen strafrechtelijk worden beteugeld, maakt het verstrekken van kost en huisvesting door werkgevers in de bouwsector een wettelijke verplichting uit: de werkgever moet dit doen want anders dreigt een administratieve geldboete.

Het gaat dus niet op om de overeenstemmende gebruikswaarde van de huisvesting en kost toe te voegen aan het buitenlandse  loon om dit op deze manier op te krikken opdat de som van al deze onderdelen de vergelijkingstoets met het Belgische loon doorstaat.  Het verstrekken van kost en huisvesting komt met andere woorden bovenop het te betalen loon en dus niet “in de plaats” ervan.

2.4. Bijzondere aandacht verdienen de kostenvergoedingen die buitenlandse werkgevers aan gedetacheerde werknemers verschuldigd zijn op basis van de wetgeving van het thuisland.  Zo hebben Poolse werknemers tijdens de duur van hun detachering recht op een dagvergoeding (“diety”). Van deze dagvergoeding wordt aangenomen dat ze in hoofdzaak bestemd is om de maaltijdkosten en andere kleine uitgaven te dekken. Het betreft een forfaitair bedrag waarop er in Polen geen socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. De hoogte van het bedrag varieert in functie van het land van bestemming. Voor België bedraagt dit € 48 per dag.

Poolse bouwvakkers die naar België worden gedetacheerd en die daarnaast de compenserende vergoeding voor kost uit de cao ontvangen, doen in theorie een goede zaak: zij houden hier zo immers 20,84 euro per dag aan over (48 – 27,16 euro). De Belgische sociale inspectiediensten lijken te aanvaarden dat dit verschil effectief een beloning uitmaakt voor de Poolse werknemer dat mag worden toegevoegd aan zijn loon in het kader van de door te voeren loonvergelijking.

Daartegenover staat wel dat de Belgische inspecteurs hun Poolse collega’s dan wellicht zullen informeren over het feit dat de gedetacheerde werknemer in België al op een maaltijdvergoeding kon rekenen wat dan op zijn beurt in Polen aanleiding kan geven tot een onderzoek naar de vraag of de diety wel rechtmatig werd toegekend.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid, Bouw & Vastgoed