Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024

Camera tegen diefstal in mijn bedrijf (Everest)

Auteur: Stijn De Meulenaer (Everest)

Publicatiedatum: 31/10/2019

Preventief: camerabewaking

Ter preventie van diefstal door de werknemer, kan u als werkgever camerabewaking installeren. Op basis van cao nr. 68 mogen camera’s alleen geplaatst worden om een van volgende doeleinden na te streven: de veiligheid en gezondheid, de bescherming van de goederen van de onderneming, de controle van het productieproces, of de controle van de arbeid. De camerabewaking dient verder proportioneel te zijn. De werkgever mag de camerabewaking dus niet aanwenden op een manier die onverenigbaar is met het uitdrukkelijk omschreven doel.

Op basis van artikel 9, §1 van cao nr. 68, moet de werkgever de ondernemingsraad voorafgaandelijk en bij het opstarten van de camerabewaking in de onderneming over alle aspecten van die bewaking informatie verschaffen over wat in §4 van de bepaling is voorgeschreven. Indien er geen ondernemingsraad is, moet de informatie verschaft worden aan het comité voor preventie en bescherming op het werk. Indien dit comité er niet is, dan moet de communicatie rechtstreeks gebeuren met de vakbondsafgevaardigden of met de werknemers. De afwezigheid van voorafgaandelijke informatie zorgt ervoor dat er onrechtmatig verkregen bewijs voorhanden is. Het Hof van Cassatie oordeelde echter in 2005 dat de rechter niet verplicht was het bewijs dat verkregen was strijdig met de bepalingen van cao nr. 68 uit de debatten te weren.

Worden de camera’s zowel gebruikt om diefstal door werknemers te voorkomen als diefstal door cliënteel te voorkomen, zijn zowel de regelen als uit cao nr. 68. als uit de camerawet van 21 maart 2007 van toepassing.

Het is belangrijk voor de werkgever om de camerabewaking te installeren conform de wetgeving. De Camerawet verbiedt cameragebruik zonder voorafgaandelijke toestemming (bv. zonder pictogram) van de gefilmde persoon. De naleving van de Camerawet kan verder van de werkgever worden afgedwongen met strafrechtelijke geldboetes. Heimelijk cameragebruik, strijdigheid met voorafgaande toestemming alsook strijdigheid met de procedurele vereisten van de Camerawet worden bestraft met een geldboete van 100 euro tot 10.000 euro.

Op basis van artikel 6 Camerawet moet er een voorafgaandelijke aanmelding gebeuren van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s bij de politiediensten. Wil u als werkgever in uw winkel een bewakingscamera installeren ter preventie van diefstal door de werknemer alsook cliënteel, dan zal u als werknemer het gebruik en de plaatsing moeten aanmelden bij de politiediensten. Verder moet u ook een verwerkingsregister bijhouden dat ter beschikking wordt gesteld van de Gegevensbeschermingsautoriteit en de politie. U dient ook een pictogram op hangen dat aangeeft dat u camerabewaking heeft.

Wat kan je als werkgever doen?

Artikel 35 van de Arbeidsovereenkomstenwet maakt het mogelijk dat elke partij de arbeidsovereenkomst kan beëindigen wegens dringende redenen, zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn. Artikel 35, tweede lid Arbeidsovereenkomstenwet omschrijft dringende reden als “de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt”. Het is dus mogelijk om een werknemer te ontslaan wegens diefstal, indien dit een dringende reden uitmaakt. Diefstal kan de vertrouwensband die bestaat tussen werknemer en werkgever schenden.

Indien u als werkgever een werknemer ontslaat wegens diefstal is het van belang om te onthouden dat u dit moet bewijzen. Als werkgever moet u kunnen bewijzen dat de werknemer opzet had tot het plegen van diefstal. De feitenrechter zal onaantastbaar oordelen of het feit in casu een dringende reden uitmaakt. Het is als werkgever lang niet zeker dat je de zaak zal winnen. Als werkgever kan u ook in het arbeidsreglement een lijst opnemen met feiten die kunnen leiden tot een ontslag (bv. diefstal van werknemer). De feitenrechter echter wel blijft bevoegd om te oordelen of de ingeroepen dringende reden het ontslag kan rechtvaardigen.

Als werkgever kan u bij diefstal van een werknemer steeds aangifte doen bij de politie. Een andere mogelijkheid is een burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter. Via deze weg kan u eventueel een veroordeling tot schadevergoeding bekomen

Lees hier het originele artikel