Vakantiedagen en het arbeidsrecht

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024

Bevoegdheden van de sociale inspectie – Antigoon (Mploy)

Auteur: Steven Renette (Mploy)

Publicatiedatum: mei 2021

Arbeidsrechtbank. Gent 2 november 2020, onuitg.

De sociaal inspecteur die met zijn smartphone een foto neemt van een afwijkingsregister maakt een kopie. De bijzondere bepalingen uit het Sociaal Strafwetboek die het gebruik van vaststellingen door beeldmateriaal reglementeren, zijn niet van toepassing.

De Antigoon-leer is ook van toepassing in burgerlijke zaken.

Een sociaal inspecteur treft tijdens een onaangekondigde controle in een kapperszaak een deeltijdse werknemer aan die aan het werken is buiten het overeengekomen werkrooster. De inspecteur verzoekt de werkgever om de voorlegging van het afwijkingsregister. Dat blijkt voor die dag niet ingevuld te zijn.

De sociaal inspecteur maakt met behulp van zijn smartphone een foto van het lege afwijkingsregister. Er volgt een pro justitia waarin een inbreuk op artikel 161 van de programmawet van 22 december 1989 wordt vastgesteld. In die wet zijn de regels rond het toezicht op de deeltijdse arbeid vastgelegd.

De RSZ beslist op basis van deze vaststellingen om toepassing te maken van artikel 22ter van de RSZ-Wet: de werknemer wordt vermoed voltijds te worden tewerkgesteld en de werkgever is socialezeker­heids­bijdragen verschuldigd voor een voltijdse tewerkstelling.

De werkgever betwist de vordering van de RSZ. Hij werpt voor de arbeidsrechtbank op dat het proces-verbaal “nietig” zou zijn want in strijd met artikel 39 van het Sociaal Strafwetboek. Dit artikel reglementeert op strikte wijze het gebruik van vaststellingen door beeldmateriaal.  Meer bepaald zijn er in dat geval een heel aantal vormelijke en inhoudelijke vermeldingen die moeten gerespecteerd worden wat hier niet gebeurd was. 

De werkgever vang bot met dit verweer.

Volgens de arbeidsrechtbank is het fotograferen van het afwijkingsregister helemaal geen “vaststelling door beeldmateriaal”. Door gebruik te maken van een mobiele telefoon met een fotografische functie doet de sociaal inspecteur niets anders dan een kopie nemen. Het nemen van kopies is de sociaal inspecteur overeenkomstig artikel 34 van het Sociaal Strafwetboek perfect toegestaan (“De sociaal inspecteurs mogen kopieën nemen, in welke vorm ook, van de informatiedragers bedoeld in de artikelen 28 en 29 of van gegevens die zij bevatten, of deze zich kosteloos laten verstrekken door de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers”).

In de debatten kwam ook de vraag aan bod wat de eventuele gevolgen zouden zijn indien de arbeidsrechtbank tot de onregelmatigheid van de vaststelling zou besluiten. Gelet op zijn oordeel moest de arbeidsrechtbank zich hier eigenlijk niet meer over uitspreken. Nochtans doet hij dit toch en wordt uitdrukkelijk het standpunt ingenomen dat de Antigoon-rechtspraak – waarbij afgestapt wordt van de principiële bewijsuitsluiting als sanctie voor onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal – ook van toepassing is in burgerlijke zaken. Dit is een stelling waar op zijn zachtst gesproken niet iedereen het mee eens is. Anderzijds mag deze stelling ook niet verrassen. De Antigoon-rechtspraak is overgewaaid uit het strafrecht en heeft zich de afgelopen jaren meer en meer in het sociaal recht verankerd (zoals uit deze zaak eens te meer blijkt).

In strafrechtelijke middens woedt er momenteel een debat over de vraag of deze rechtspraak niet moet worden ingetoomd. Men verwijst daarbij naar een wetsontwerp waarin te lezen is dat de strafrechter enkel maar rekening mag houden met onrechtmatige verkregen bewijsmateriaal indien (1) de onregelmatigheid niet het resultaat is van een bewuste of onverschoonbare miskenning van het recht of de beschermde waarde (2) de ernst van de schending van het recht of de beschermde waarde concreet minder zwaarwichtig is dan het maatschappelijk belang bij de vervolging van het betrokken misdrijf en bij de eventuele sanctionering van de dader van het misdrijf en (3) het gebruik van het onregelmatig bewijs geen afbreuk doet aan de integriteit van justitie.

Beoefenaars van het sociaal recht krabben zich allicht achter de oren over hoe deze principes vertaald zullen worden door de arbeidsrechtbanken en -hoven. Of wordt hiermee niet net het bewijs geleverd dat deze rechtspraak hier eigenlijk nooit ingang had mogen vinden ?

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid