Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Wijs de consument duidelijk op zijn rechten en plichten in de verkoopsvoorwaarden (Bienstman-Decloedt Advocaten)

Auteur: Stijn Decloedt (Bienstman-Decloedt Advocaten)

Publicatiedatum: maart 2018

Een onderneming moet de consument, vooraleer die contractueel wordt gebonden, op duidelijke en begrijpelijke wijze de informatie opgelijst in artikel VI.2 Wetboek Economisch Recht (WER) bezorgen. Artikel VI.2 WER somt de volgende informatie op:

  1. de voornaamste kenmerken van het product;
  2. de identiteit van de onderneming, o.a. het ondernemingsnummer, de handelsnaam, het geografische adres waar zij gevestigd is en het telefoonnummer;
  3. de totale prijs van het product, met inbegrip van alle belastingen, en alle diensten die door de consument verplicht moeten worden bijbetaald (of, als door de aard van het product de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs moet worden berekend) en, desgevallend, alle extra vracht-, leverings-, of portokosten (of, indien deze kosten redelijkerwijs niet vooraf kunnen worden berekend, in ieder geval het feit dat er eventueel dergelijke extra kosten verschuldigd kunnen zijn);
  4. desgevallend, de wijze van betaling, levering, uitvoering, de termijn waarbinnen de onderneming zich verbindt het product te leveren en het beleid van de onderneming inzake klachtenbehandeling;
  5. naast een herinnering aan het bestaan van de wettelijke waarborg van conformiteit van de goederen, desgevallend het bestaan en de voorwaarden van diensten na verkoop en commerciële garanties;
  6. desgevallend, de duur van de overeenkomst, of, wanneer de overeenkomst van onbepaalde duur is of automatisch verlengd wordt, de voorwaarden voor het opzeggen van de overeenkomst;
  7. desgevallend, de verkoopsvoorwaarden, rekening houdend met de door de consument uitgedrukte behoefte aan informatie en met het door de consument meegedeelde of redelijkerwijze voorzienbare gebruik;
  8. desgevallend, de functionaliteit van digitale inhoud, met inbegrip van toepasselijke technische beveiligingsvoorzieningen;
  9. desgevallend, de relevante interoperabiliteit van digitale inhoud met hardware en software en andere diensten waarvan de onderneming op de hoogte is of redelijkerwijs kan worden verondersteld op de hoogte te zijn.
  10. desgevallend, het feit dat bij het aangaan van de overeenkomst het totaalbedrag dat door de consument dient te worden betaald, wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 5 cent.

In toepassing van dit artikel IV.2 oordeelde het hof van beroep te Antwerpen in een arrest van 3 april 2017 dat de loutere verwijzing naar de verkoopsvoorwaarden op de achterzijde van een bestelbon niet volstaat, zelfs als de consument die bestelbon heeft ondertekend. Het hof stelt dat de onderneming de consument te goeder trouw en behoorlijk moet informeren over haar verkoopsvoorwaarden (art. VI.2, 7° WER). De bewijslast dat dit daadwerkelijk is gebeurd ligt bij de onderneming, niet de consument.

In de zaak die aan het hof was voorgelegd bevatten de verkoopsvoorwaarden een beding volgens hetwelk de consument de overeenkomst enkel kon annuleren bij betaling van 30% van de prijs. Het hof vond dat voor zo’n zwaarwegend ‘opzegbeding’ het niet kan volstaan om te verwijzen naar de op de achterkant van de bestelbon opgenomen verkoopsvoorwaarden. Het hof stelt dat de onderneming dit “perfect uitdrukkelijk kon vermelden boven de plaats voorzien voor de handtekening van de consument”. Explicieter en nadrukkelijker kan bijna niet, maar het toont in elk geval dat rechters erop staan dat de consument heel transparant en duidelijk over haar rechten en plichten onder een contract wordt geduid. Trouwens ook het hof van beroep te Gent sprak zich in 2006 al negatief uit over dergelijke bedingen in een gelijkaardige case. Zij stelde dat het toenmalige artikel 30 WHPC wordt geschonden wanneer de consument bij de ondertekening van de overeenkomst niet voldoende is ingelicht over de toepasselijke algemene voorwaarden.

Het hof te Antwerpen sanctioneert het gebrek aan informatie door het ‘opzegbeding’ niet tegenwerpelijk te maken aan de consument: de consument moet dus geen rekening houden met de clausule van de verkoopsvoorwaarden die hem verplichten bij annulatie 30% van de prijs te betalen.

Vergeet niet dat de informatieplicht bij contractsluiting met consumenten ook geldt bij vastgoedcontracten, zoals bv. in het geval een verkoopscompromis of een reservatieovereenkomst met een consument.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument