Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Pop-up huur: een eigen regime voor handelshuur van korte duur in elk van de drie gewesten (Schoups)

Auteur: Gertjan Van Hoeyweghen (Schoups) 

Publicatiedatum: 19/11/2019

Bij de huur van een handelspand voor een korte duur, zoals bij de uitbating van een “pop-up store”, hebben elk van onze drie gewesten thans een regeling uitgevaardigd. Er gelden wel subtiel verschillende regels in de drie gewesten.

Als laatste beschikt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sinds 19 mei 2019 over specifieke regels over de korte termijn handelshuur, ten gevolge van de Ordonnantie van 25 april 2019 betreffende de handelshuur van korte duur. Brussel volgt hiermee het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest, waar het reeds vanaf respectievelijk 1 september 2016 en 1 mei 2018 mogelijk is om korte termijn handelshuurovereenkomsten af te sluiten.

De voornaamste doelstelling van alle gewesten is om hiermee een (dwingend) juridisch kader te creëren, dit onder meer gelet op de pop-up winkels die de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schieten. Daarnaast heeft de flexibiliteit die de regels voor handelsduur van korte duur kenmerken ook als doel om de leegstand in de Belgische (centrum)steden tegen te gaan.

De grote lijnen van al de drie regimes lopen gelijk: de mogelijkheid om een schriftelijke handelshuur aan te gaan voor een periode van maximaal één jaar, met inbegrip van eventuele verlengingen. Indien deze maximumtermijn wordt overschreden, wordt de Handelshuurwet van 30 april 1951 automatisch en retroactief van toepassing en wordt de huur geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar.

Naast dit basisprincipe inzake de duurtijd bestaan er met betrekking tot de overige aspecten van handelshuur zoals de beëindiging, de huuroverdracht of onderhuur, de mogelijkheid tot verbouwingen door de huurder, etc. subtiele verschillen tussen de gewesten. Zo is er enkel in de Brusselse versie een verplichte plaatsbeschrijving of een beperking van de waarborg tot één maand huur voorzien.

Afhankelijk van de ligging van het gehuurde handelspand zal de concrete gewestelijke regelgeving van toepassing zijn. Gelet op de subtiele verschillen dient er de nodige aandacht te worden besteed aan deze ligging en de mogelijke gevolgen op de redactie van de korte termijn handelshuurovereenkomsten.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Handel & Consument