Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Consumenten binnenkort nog beter beschermd. Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake Economie ingediend op 8 juni 2018 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 16/06/2018

Het op 8 juni 2018 in de Kamer van Volksvertegenwoordigers ingediend wetsontwerp brengt een aantal wijzigingen aan in meerdere boeken van het Wetboek van economisch recht evenals aan verschillende wetten van economische aard.

LegalNews.be overloopt twee interessante wijzigingen inzake consumentenbescherming en dit aan de hand van de tekst van de Memorie van Toelichting..

Het bijstellen van de regels inzake de terugbetaalbaarheid van elektronisch geld

Er werd vastgesteld dat de verwoording van artikel VII.61 van het Wetboek van economisch recht niet op duidelijke wijze het recht op terugbetaling van elektronisch geld in euro (wettig betaalmiddel) vastlegde ten laste van de uitgever van het elektronisch geld, en in het voordeel van de begunstigde van een transactie in elektronisch geld. Het is vanzelfsprekend dat een consument die euro’s inwisselt tegen elektronisch geld (de “houder van elektronisch geld”) deze ten laste van de uitgever ervan steeds terug kan inwisselen tegen euro’s. Eveneens is het vanzelfsprekend dat wanneer de consument het elektronisch geld overmaakt aan een handelaar of aan een andere consument (een zogenaamde peer-to-peer betaling) in ruil voor het leveren van goederen en diensten, deze laatsten het recht op omwisseling van het elektronisch geld in euro’s behouden. Dit principe geldt niet enkel voor een consument, maar ook voor een niet-consument, die als houder zelf euro’s zou willen inwisselen tegen elektronisch geld om diensten of goederen aan te kopen, ofwel bij een handelaar of een consument.
Derhalve wordt er in het wetsontwerp voorzien in een herformulering van de bepaling in de zesde paragraaf van artikel VII.61 van het Wetboek van economisch recht. De voorgestelde herformulering verduidelijkt ten eerste dat het recht op terugbetaling in wettig betaalmiddel zich inderdaad ook uitstrekt tot personen die elektronisch geld aanvaarden, en ten tweede herneemt deze paragraaf de huidige bepaling, met name dat in de contractuele voorwaarden mag afgeweken worden van de bepalingen in artikel VII.61 paragrafen 3 tot 5 indien de begunstigde van de transactie in elektronisch geld een professioneel is. Dit in zoverre het recht op terugbetaling niet wordt uitgehold door de uitoefening ervan nodeloos te bezwaren in de contractuele voorwaarden. Zo dient in beginsel de gevraagde vergoeding ook hier in overeenstemming te zijn met de kosten en mag het geen boetebeding uitmaken.

Een betere informatie aan (kandidaat)verzekeringsnemers

Door de lage rente omgeving zijn de gewaarborgde intrestvoeten die verzekeraars aanbieden, drastisch verminderd en wint de winstdeling aan belang. De winstdeling die een verzekeraar toekent bepaalt, met een gewaarborgde rente, mee het rendement dat een verzekeringnemer geniet en vormt een essentieel onderdeel van een tak 21-levensverzekering waarin een kandidaat-verzekeringnemer vaak geïnteresseerd is. Wie overweegt om een levensverzekering aan te gaan en informatie wenst over de in het verleden behaalde rendementen, kan hierover vandaag via zijn verzekeraar echter geen informatie verkrijgen. Artikel 48 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen voerde immers een totaalverbod in op de vermelding van winstdelingscijfers in op commercialisering gerichte documenten indien de deelname in de winst discretionair beslist werd door de verzekeraar (wat vandaag de norm is). Dit verbod geldt zowel voor rendementen gehaald in het verleden als voor prognoses voor de toekomst.

De voorgestelde wijziging wil ervoor zorgen dat kandidaat-verzekeringnemers informatie (kunnen) bekomen over de winstdelingscijfers uit het verleden alvorens een levensverzekeringsovereenkomst aan te gaan. Het laat een verzekeraar toe om in precontractuele documenten melding te maken van discretionaire winstdelingscijfers, zij het onder bepaalde voorwaarden. Zo moet er uitdrukkelijk bij vermeld worden dat de winstdeling discretionair beslist wordt door de verzekeraar en niet gewaarborgd is voor de toekomst. Rendementen gehaald in het verleden zijn bovendien objectieve en vaststaande cijfers, dit in tegenstelling tot eventuele prognoses voor de toekomst.

Deze aanpassing past binnen de filosofie van de MiFID-wetgeving, waarvan één van de uitgangspunten is dat verzekeraars hun klanten voldoende moeten informeren zodat zij met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen. Ze neemt bovendien de rechtsonzekerheid weg waarmee verzekeraars en verzekeringstussenpersonen vandaag geconfronteerd werden wanneer zij vragen ontvangen van kandidaat-verzekeringnemers naar concrete cijfers. Voor de goede orde moet er opgemerkt worden dat de diverse informatieverplichtingen waaraan verzekeraars onderworpen zijn op het vlak van winstdeling onverkort van toepassing blijven. Zo is een verzekeraar wettelijk verplicht om de kandidaat-verzekeringnemer op individuele wijze mee te delen of er een recht op winstdeling is en onder welke voorwaarden. Tevens zal hij jaarlijks ook geïnformeerd moeten worden over de effectieve toegekende winstdeelname.

Lees hier het wetsontwerp

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument