Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Aansprakelijkheidsbeperking van FSMA en NBB onder vuur? (Eubelius)

Auteurs: Thomas Donnez en Julie Marescau (Eubelius)

Publicatiedatum: 15/03/2019

De Belgische financiële toezichthouders genieten van een verregaande beperking van hun burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Naar aanleiding van een recent arrest van het Hof van Justitie rijst de vraag of deze beperking de toets met het Unierecht kan doorstaan.

Achtergrond

De Belgische financiële toezichthouders, de Nationale Bank van België (de “NBB”) en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (de “FSMA”) genieten van een verregaande beperking van hun burgerrechtelijke aansprakelijkheid. Zij zijn alleen aansprakelijk in geval van hun eigen bedrog of zware fout (artikel 68 van de Wet Financieel Toezicht voor de FSMA en artikel 12bis van de wet tot vaststelling van het Organiek Statuut van de NBB voor de NBB). De Belgische aansprakelijkheidsbeperking kwam tot stand na een rechtsvergelijkende studie waaruit bleek dat dergelijke beperkingen stevig ingeburgerd zijn in onze buurlanden. De wetgever wees er in het bijzonder op dat hij wil vermijden dat de toezichthouder vleugellam wordt gemaakt door het risico dat hij loopt om aansprakelijk gesteld te worden voor elke handeling die hij stelt.

In een recent arrest van het Hof van Justitie (Nikolay Kantarev v. Balgarska Narodna Banka van 4 oktober 2018 (C-571/16)) werd een (tot op zekere hoogte vergelijkbare) aansprakelijkheidsbeperking strijdig geacht met het Europees recht.

Aanleiding tot dit arrest was een onjuiste omzetting in Bulgaars recht van de Depositogarantierichtlijn (richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels), waardoor een Bulgaarse spaarder, Nikolay Kantarev, de deposito’s die hij had geplaatst bij een ter ziele gegane Bulgaarse bank onder het lokale depositogarantiestelsel slechts met vertraging had teruggekregen. De vertragingsschade die hij daarbij leed, probeerde hij af te wentelen op de Bulgaarse toezichthouder. Onder Bulgaars recht kan de nationale toezichthouder slechts aansprakelijk worden gesteld wanneer deze opzettelijk schade heeft veroorzaakt.

Wat zegt het Hof?

In het verlengde van zijn eerdere rechtspraak (die het nu ook toepast op financiële toezichthouders) oordeelt het Hof dat de vergoeding van aan particulieren toegebrachte schade niet afhankelijk kan worden gesteld van een fout die verder gaat dan een “voldoende gekwalificeerde schending” van het Unierecht. Anders gezegd: wanneer een overheidsorgaan (zoals een financiële toezichthouder) aan een particulier schade toebrengt door een “voldoende gekwalificeerde schending” van het Unierecht, dan kan het daarvoor aansprakelijk worden gehouden. De wetgever mag die vereiste in het nationale recht versoepelen (bijvoorbeeld door te bepalen dat de toezichthouder aansprakelijk is voor élke fout), maar niet verstrengen.

Het Hof oordeelt dat het Bulgaarse recht strijdig is met het Unierecht waar het stelt dat particulieren slechts een schadevergoeding kunnen krijgen wanneer de toezichthouder de schade “opzettelijk” heeft veroorzaakt.

Daarnaast wijst het Hof op de toepassing van het gelijkwaardigheidsbeginsel (de voorwaarden om schadevergoeding te verkrijgen mogen niet ongunstiger zijn dan deze in soortgelijke nationale vorderingen) en het doeltreffendheidsbeginsel (de nationale regeling mag het verkrijgen van een schadevergoeding in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk maken).

Het Hof van Justitie bevestigt daarmee uitdrukkelijk dat aansprakelijkheidsbeperkingen voor financiële regelgevers in nationale regelgevingen, zoals deze vaak werden opgenomen in de nasleep van de financiële crisis, strijdig zijn met het Europees recht in de mate dat zij de aansprakelijkheid van de regulator voor een “voldoende gekwalificeerde schending” beperken.

Impact op de aansprakelijkheidsbeperking van de FSMA en de NBB?

Net als Bulgarije, kent België een aansprakelijkheidsbeperking voor zijn financiële toezichthouders. De FSMA en de NBB zijn slechts aansprakelijk voor hun bedrog of hun zware fout. Hoe het Hof van Justitie en de Belgische hoven en rechtbanken dit arrest verder zullen interpreteren en implementeren zal nog moeten blijken, maar wellicht gaat de huidige Belgische aansprakelijkheidsbeperking verder dan wat het Unierecht toelaat. Het valt af te wachten of dit de deur opent voor particulieren om de Belgische toezichthouders sneller ter verantwoording te roepen wanneer ze handelen in strijd met het Europees recht.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen