Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

De internationale invordering van schulden: een arsenaal aan mogelijkheden (Peeters Law)

Auteurs: Vincent Brouwers en Leo Peeters (Peeters Law)

Publicatiedatum: 19/02/2019

Door de globalisering en internationalisering van de handel hebben bedrijven veel meer te maken met buitenlandse schuldenaars, wat de invordering er niet gemakkelijker op maakt. Het is dan ook een goede zaak dat de wetgeving meer en meer evolueert naar een eenvoudige en snellere invordering van internationale schulden.

Stel: een Belgische onderneming heeft een schuldvordering op een Franse afnemer, maar deze laatste weigert zijn schulden te betalen. De Belgische onderneming wil beslag leggen op de roerende goederen in Frankrijk van de afnemer. Welke stappen moet hij hiervoor volgen?

Wat indien een Nederlandse schuldeiser beslag wil leggen op een wagen van een Franse schuldenaar die zich op dat moment in België bevindt? Verloopt deze procedure anders indien men beslag wil leggen op zijn appartement aan de Belgische kust?

Dit soort vragen komt men in de praktijk steeds vaker tegen. De laatste jaren zijn er in de EU meerdere initiatieven genomen om een en ander te vereenvoudigen en te versnellen. Wij trachten u hieronder een overzicht te geven van de toepasselijke regels en procedures die spelen bij de internationale invordering van schulden (binnen de EU).

1. Als schuldeiser heeft u een uitvoerbare titel nodig

De eerste stap bij de inning van een schuldvordering bestaat erin een aanmaning te versturen aan de schuldenaar, waarin deze wordt verzocht en zo nodig gesommeerd om het verschuldigde bedrag te betalen. Weigert de schuldenaar om vrijwillig te betalen, dan moet u als schuldeiser overgaan tot de “uitvoering”, bv. door uitvoerend beslag te leggen op de goederen van de schuldenaar.

Naast uitvoerend beslag bestaat ook de mogelijkheid om bewarend beslag te leggen op de goederen (bv. woning, aandelen, bankrekening) van de schuldenaar. De schuldenaar behoudt hierbij de eigendom van deze goederen, maar deze worden als het ware geblokkeerd waardoor hij ze niet meer kan wegschenken of verkopen. Om bewarend beslag te leggen is geen uitvoerbare titel vereist, maar moeten wel andere voorwaarden vervuld zijn, zoals “urgentie”. We gaan niet verder in op het bewarend beslag.

Om tot “uitvoering” te kunnen overgaan, is een zogenaamde “uitvoerbare titel” onontbeerlijk. Deze titel is bijvoorbeeld een vonnis van een rechtbank of een notariële akte, waarin wordt bepaald dat de schuldenaar aan de schuldeiser een geldsom verschuldigd is.

Indien u niet beschikt over een notariële akte of enige andere vorm van uitvoerbare titel, dan zal u uw schuldenaar moeten dagvaarden voor de bevoegde rechtbank.

Verder zal blijken dat dergelijke gerechtelijke stappen, ook in zaken met een grensoverschrijdend karakter, niet steeds vereist zijn.

Eerst gaan we in op de grensoverschrijdende uitvoerbaarheid van vonnissen, verkregen na zulke gerechtelijke actie.

2. Verklaring van uitvoerbaarheid

De zogenaamde Brussel I-bis Verordening (12.12.2012) heeft een ingrijpende verandering teweeggebracht in de grensoverschrijdende uitvoerbaarheid. Sindsdien kan een vonnis uit een EU-lidstaat in een andere EU-lidstaat worden uitgevoerd zonder dat in de lidstaat van uitvoering een verklaring van uitvoerbaarheid moet worden uitgegeven door de lokale rechtbank.

Voorheen moest de schuldeiser ook in de lidstaat waar hij het beslag wenste te leggen een verklaring van uitvoerbaarheid bij de rechtbank (ook gekend als “exequatur”) bekomen.

Sinds de Brussel I-bis verordening volstaat het om bij de rechtbank waar de oorspronkelijke beslissing is uitgesproken, een afschrift te vragen van het vonnis of arrest, voorzien van een certificaat waaruit blijkt dat de beslissing uitvoerbaar is.

Voor onze Nederlandse schuldeiser, die over een Frans vonnis – en dus een uitvoerbare titel – beschikt tegen zijn Franse schuldenaar, is het dan ook voldoende de rechtbank die het vonnis heeft geveld schriftelijk te verzoeken een verklaring van uitvoerbaarheid af te leveren. Hiermee kan hij het vonnis in België ten uitvoer laten leggen en beslag leggen op een roerend goed van de schuldenaar dat in België gelegen is (bijvoorbeeld een wagen).

3. IOS-Procedure in een B2B-context

Zoals iedereen weet, kan een procedure voor de nationale rechtbank zeer lang aanslepen. Daarom hebben zowel de Belgische als de Europese wetgever diverse instrumenten ingevoerd waardoor het mogelijk wordt om op versnelde en soms zelfs buitengerechtelijke wijze een uitvoerbare titel te bekomen.

Wanneer zowel de schuldenaar als de schuldeiser handelen als professionelen (in een zogenaamde B2B-relatie), kan in België een specifiek daarvoor bestemde procedure worden toegepast die toelaat om via de advocaat en de gerechtsdeurwaarder een uitvoerbare titel te bekomen, zonder tussenkomst van de rechtbank.

Deze procedure wordt ook de procedure Invordering Onbetwiste Schulden of IOS-procedure genoemd. Voor deze procedure is vereist dat het om een onbetwiste geldschuld tussen professionelen gaat, die vaststaand en opeisbaar is op het moment van de aanmaning tot betaling.

Voorheen stond deze procedure enkel open voor professionelen die in België een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) hebben genomen.

Recent is deze procedure ook onrechtstreeks opengesteld voor professionelen uit enkele andere EU-lidstaten. Bij Koninklijk Besluit werden vergelijkbare databanken gelijkgesteld met de Belgische KBO. Het gaat om de databanken van Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Italië, Spanje en Oostenrijk.

Ondernemingen uit deze landen zullen alvast gebruik kunnen maken van de versnelde IOS-procedure in België indien hun professionele schuldenaar in België gevestigd is.

Zo zal een Franse onderneming die een onbetwiste schuldvordering heeft op een Belgische afnemer, bijgevolg de Belgische IOS-procedure kunnen aanwenden om versneld tot een uitvoerbare titel te komen.

Ook Belgische ondernemingen zullen zich steeds meer kunnen wenden tot gelijkaardige procedures in Europese lidstaten.

4. De Europese betalingsbevelprocedure

De Europese betalingsbevelprocedure is een Europese procedure die de weg naar een uitvoerbare titel bij internationale schuldvorderingen vereenvoudigt.

In tegenstelling tot de IOS-procedure is niet vereist dat beide partijen professionelen zijn. De procedure kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden bij schulden tussen particulieren.

Bepaalde soorten materies worden evenwel uitgesloten uit het toepassingsgebied van deze procedure. Het betreft namelijk (1) de goederenrechtelijke regeling van het huwelijk en soortgelijke samenlevingsvormen, (2) erfenissen en testamenten, (3) insolventie, (4) sociale zekerheid, (5) en niet-contractuele verbintenissen, zoals verbintenissen die voortvloeien uit onrechtmatige daad, tenzij die het voorwerp zijn van een overeenkomst of schuldbekentenis.

De procedure wordt ingeleid met een standaardformulier dat naar de bevoegde rechtbank verzonden wordt, waarin de gegevens van de partijen, het precieze bedrag dat gevorderd wordt, het bedrag van de interesten en de kosten, en de opeisbaarheid van het bedrag vermeld staan.

Nadat de rechtbank het standaardformulier heeft ontvangen, vaardigt zij een betalingsbevel uit, dat betekend wordt aan de schuldenaar.

Ook hier moet de schuldvordering onbetwist te zijn. Indien de schuldenaar verweer voert, eindigt de Europese betalingsbevelprocedure en gaat zij in principe over in een “normale” nationale procedure.

Indien deze dit niet doet, wordt het betalingsbevel uitvoerbaar verklaard waardoor de schuldeiser ook hier op versnelde wijze een uitvoerbare titel bekomt.

De betalingsbevelprocedure is een handig instrument dat bij grensoverschrijdende geschillen tussen de onderdanen van elke EU-lidstaat kan worden toegepast. Zo kan bv. een Belgische schuldeiser een dergelijke procedure inleiden tegen een Spaanse schuldenaar, waarbij hij de keuze heeft om de formulieren in België of in Spanje in te dienen.

5. Europese procedure voor geringe vorderingen

De Europese procedure voor geringe vorderingen werd in 2007 ingevoerd en is een in beginsel schriftelijke procedure.

Zij kan worden toegepast in burgerlijke en handelszaken met een grensoverschrijdend karakter, waarbij het bedrag van de vordering niet meer dan 5.000 EUR bedraagt.

Net als de Europese betalingsbevelprocedure kan ze worden aangewend bij schulden tussen particulieren.

Een tweede gelijkenis met de betalingsbevelprocedure is dat de geringe vorderingenprocedure wordt ingeleid met een standaardformulier dat aan de bevoegde rechtbank gezonden wordt, waarin het bedrag van de vordering, de interesten en kosten kort worden toegelicht. Dit formulier wordt waar nodig vergezeld van relevante en stavende bewijsstukken.

Na ontvangst van dit formulier en van de eventuele stukken, zendt de rechtbank hiervan kopie aan de tegenpartij, vergezeld van een antwoordformulier, voor het geval de vordering wordt betwist.

Het grootste verschil met de betalingsbevelprocedure bestaat erin dat de geringe vorderingenprocedure niet automatisch wordt stopgezet of overgaat naar de “normale” nationale procedure wanneer de vordering door de schuldenaar wordt betwist. De procedure wordt gewoon voortgezet binnen hetzelfde kader en voor dezelfde rechter, die akte neemt van de argumenten van de schuldenaar en uiteindelijk een oordeel vormt.

De rechtbank kan zelfs een mondelinge behandeling van de zaak houden indien het dat nodig acht of indien een partij daarom verzoekt. Evengoed kan ze een dergelijk verzoek weigeren indien ze van oordeel is dat een eerlijke rechtspleging in deze zaak klaarblijkelijk geen mondelinge behandeling vergt. Beschikt de rechtbank over de nodige technologische middelen, dan kan de mondelinge behandeling ook gebeuren met behulp van een videoconferentie of andere vormen van communicatietechnologie.

Na beoordeling van de formulieren en de stukken door de rechtbank, doet zij een beslissing over de zaak. Deze beslissing zal een uitvoerbare titel opleveren, op grond waarvan de schuldeiser dan ook in de Europese lidstaten beslag kan leggen.

6. Uitvoerend beslag op onroerend goed

Zoals hiervoor reeds werd vermeld, kan een Belgische gerechtsdeurwaarder beslag leggen op roerende goederen die in België gelegen zijn, mits hij beschikt over een uitvoerbare titel. Van zodra men over een uitvoerbare titel beschikt (vergezeld van een verklaring van uitvoerbaarheid in het geval van een uitspraak uit een andere EU-lidstaat) is hiervoor geen verdere rechterlijke tussenkomst meer vereist.

De zaken liggen echter anders wanneer een schuldeiser beslag wil leggen op onroerende goederen die in België gelegen zijn.

In dit geval is een bijkomende tussenkomst vereist van de bevoegde rechtbank uit het gerechtelijk arrondissement waar het onroerend goed gelegen is. Deze vorm van beslaglegging wordt namelijk zo ingrijpend geacht dat een bijkomende rechterlijke controle door een lokale rechtbank wordt voorgeschreven. De beslagrechter moet dan de regelmatigheid van de procedure nagaan en stelt desgevallend een notaris aan die wordt belast met de openbare verkoop van het onroerend goed.

De Franse schuldeiser uit het voorbeeld, die beslag wenst te leggen op het appartement aan de Belgische kust van de schuldenaar, moet daarom eerst een verzoekschrift tot aanstelling van een notaris neer leggen bij de bevoegde lokale rechtbank. Eens de rechter, na controle van de regelmatigheid van de procedure, een notaris heeft aangeduid, moet deze laatste een welbepaalde procedure volgen die uiteindelijk leidt tot de openbare verkoop van het onroerend goed.

7. Besluit

Wanneer een schuldenaar uit een andere EU-lidstaat na aanmaning blijft weigeren om te betalen, heeft u er als schuldeiser alle belang bij om een titel te bekomen om uitvoerend beslag te kunnen leggen op diens goederen. In grensoverschrijdende geschillen beschikt u over vier mogelijkheden om een uitvoerbare titel te bekomen.

Omwille van de voorwaarden die gekoppeld worden aan elke bijzondere procedure (onbetwiste B2B-schulden bij de IOS-procedure, onbetwist karakter bij de betalingsbevelprocedure, de limiet van 5.000 EUR bij de geringe vorderingenprocedure,…) zullen niet steeds al deze procedures in aanmerking komen en zal de schuldeiser in sommige gevallen toch genoodzaakt blijven zich te wenden tot een “normale” procedure voor de rechtbank.

De uitvoering in het buitenland van een vonnis of arrest dat uit een dergelijke procedure voortvloeit, is mogelijk dankzij een verklaring van uitvoerbaarheid.

Om te weten of deze procedure in eigen land of in het land van de schuldenaar moet worden ingeleid, moet eveneens rekening gehouden worden met de bevoegdheidsregels uit de Brussel I-bis Verordening.

Een vaststaand feit is dat elk specifiek geval een op maat gemaakte aanpak vereist, waarbij de ene dan wel de andere procedure de voorkeur zal genieten.

Het spreekt voor zich dat wij u daar graag in adviseren en bijstaan.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure