Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024

Antigoon versus beroepsgeheim : quid onrechtmatig bewijs? (Lauwers & Seutin)

Auteur: Lauwers & Seutin

Publicatiedatum: 21/03/2018

Een recent arrest van het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat onrechtmatig bewijs dat wordt verkregen met schending van het beroepsgeheim niet automatisch tot bewijsuitsluiting leidt.

In een kort arrest oordeelde het Hof van Cassatie dat een schending van het beroepsgeheim niet per definitie tot bewijsuitsluiting leidt, maar dat steeds een concrete aftoetsing dient te gebeuren aan de antigoon-criteria.

Volgens de antigoon-criteria kan onrechtmatig verkregen bewijs in fiscale zaken enkel worden geweerd indien:

(1) de wetgever in een bijzondere nietigheidssanctie heeft voorzien of;

(2) het bewijs werd verkregen op een manier die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht dat dit gebruik onder alle omstandigheden als ontoelaatbaar moet worden geacht of;

(3) het recht van de belastingplichtige op een eerlijk proces in het gedrang komt.

De belastingplichtige hoeft evenwel niet onmiddellijk in paniek te slaan.  De schending van het beroepsgeheim kan in concreto immers een schending van de antigoon-criteria uitmaken.  Het Hof is omwille van procedurele redenen hier echter niet dieper op ingegaan.

Wanneer de advocaat die een cliënt bijstaat in een (fiscale) procedure, informatie over de fiscale situatie van de cliënt doorspeelt aan de fiscale Administratie vormt dit ongetwijfeld een schending van de rechten van de verdediging en dus een schending van het recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM. Dit zal hoe dan ook leiden tot bewijsuitsluiting.

Bovendien kan nog de vraag worden gesteld dat indien de fiscale Administratie kennis heeft van het feit dat de advocaat zijn beroepsgeheim heeft geschonden, zij dit bewijs toch gebruikt om over te gaan tot belastingheffing, zich wel gedraagt als een behoorlijk handelende overheid.  Dat dienen we toch ernstig te betwijfelen.

Het is belangrijk om goed zijn rechten te kennen tegenover de fiscus en tegenover zijn advocaat!

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure