Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Opname (telefoon)gesprek (Studio Legale)

Auteurs:  Joost Peeters en Lieselotte Vrints (Studio Legale)

Publicatiedatum: 22/12/2017

In België bestaat er geen specifieke wet die het opnemen van een gesprek, waaraan men zelf deelneemt, verbiedt.

Men kan dus gesprekken tussen zichzelf en een derde opnemen, zonder hiervoor gestraft te worden.

Uiteraard doet dit heel wat vragen rijzen. Zijn er dan geen andere regels die het opnemen van gesprekken kunnen tegenhouden? Wat met de bescherming van de rechten van de mens?

Zelfs artikel 8.1 EVRM die het recht op privacy waarborgt, belet het louter opnemen van een gesprek door een deelnemer aan dit gesprek zonder medeweten van de andere deelnemers niet.[1]

Wel kan men deze opgenomen (telefoon)gesprekken niet zo maar publiekelijk verspreiden.

Op grond van artikel 314bis, §2, lid 2 van het Strafwetboek wordt gestraft “hij die, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, gebruik maakt van een wettig gemaakte opname van niet voor publiek toegankelijke communicatie of gegevens van een informaticasysteem.”

Als men de opnames gebruikt voor een andere reden dan voor zichzelf en om een andere reden zoals voorzien in artikel 314bis, §2, tweede lid Sw. – dus bijvoorbeeld met het oog op bewijsvoering, maar evenzeer indien men de opnames van het gesprek onbewust overmaakt aan een derde – kan dit wel een schending van artikel 8 EVRM uitmaken.[2]

Het Hof van Cassatie heeft onder meer in haar arrest van 9 september 2008 bepaalt dat men, in het licht van de specifieke omstandigheden waarin het opnemen van het gesprek en het verspreiden van het opgenomen gesprek geschiedde, een schending van artikel 8 EVRM zal kunnen vaststellen. Hierbij neemt de rechter het criterium van de redelijke privacyverwachting van de deelnemers aan het gesprek en het beoogde doel van de opname in overweging.[3]

Dit is geen gemakkelijke opgave.

De rechter zal rekening houden met onder meer de inhoud van het gesprek, de omstandigheden waaronder het gesprek plaatsvond, de hoedanigheid van de deelnemers aan het gesprek en de hoedanigheid van de bestemmeling van de opname.

Als men de opgenomen gesprekken verspreidt, bestaat er bovendien uiteraard nog kans dat men vervolgd wordt voor andere strafrechtelijke inbreuken, zoals bijvoorbeeld laster en eerroof. Als men de opgenomen gesprekken bewust verspreidt om bijvoorbeeld iemand anders ten schande te maken, is artikel 314bis, §2, tweede lid Sw. van toepassing.

Wenst u zelf een (telefoon)gesprek op te nemen in het licht van de bewijsvoering in een geschil of bent u zelf slachtoffer van een ten onrechte opgenomen gesprek, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze specialisten voor verder advies en bijstand. Klik hier om contact met ons kantoor op te nemen.

Nota bene 1: het Hof van Cassatie heeft eveneens toegestaan dat een cliënt een gesprek tussen hem en zijn raadsman kan opnemen zonder dat dit een schending van beroepsgeheim uitmaakt (artikel 458 Sw.).[4] Of we dit een goed idee vinden, is natuurlijk nog iets anders…

Nota bene 2: Het opnemen van telefoongesprekken waaraan men zelf niet deelneemt, is wel opgenomen in het Belgische Strafwetboek en is enkel in het licht van zeer specifieke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld in het raam van bijzondere opsporingstechnieken, toegestaan.

Bronnen:

Cass. 9 januari 2001, Arr.Cass. 2001, 26.

Cass. 9 september 2008, Arr.Cass. 2008, 1890.

Cass. 17 november 2015, RW 2017, 380.

R. Verstraeten, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 2007, 876.

P. Arnou, “Eigen telefoongesprekken opnemen mag van Cassatie”, Juristenkrant 2001, afl. 25, 5.

Lees hier het originele artikel

[1] Cass. 9 januari 2001, Arr.Cass. 2001, 26; Cass. 9 september 2008, Arr.Cass. 2008, 1890.

[2] Cass. 9 september 2008, Arr.Cass. 2008, 1890.

[3]Ibid.

[4]Cass. 17 november 2015, RW 2017, 380.

» Bekijk alle artikels: Privacy & Gegevensbescherming