Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen
Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)
Webinar op vrijdag 26 april 2024
Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen
Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)
Webinar op dinsdag 27 augustus 2024
Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)
Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)
Webinar op donderdag 30 mei 2024
De onroerende verhuur: naast btw nu ook registratierechten verschuldigd (Lydian)
Auteur: Wouter Neven (Lydian)
Publicatiedatum: 09/03/2020
Sinds 1 januari 2019 is de hervorming van het btw-stelsel voor onroerende verhuur van kracht, waarbij, mits voldaan aan alle wettelijke voorwaarden (zie hierover onze eerder gepubliceerde e-zines: 1, 2 en 3):
(i) huurder en verhuurder ervoor kunnen opteren om hun huur- of terbeschikkingstellingsovereenkomst van nieuwe of vernieuwde gebouwen te onderwerpen aan btw;
(ii) de kortdurende verhuur (maximum 6 maanden) van een onroerend goed verplicht onderworpen is aan btw; en
(iii) de terbeschikkingstelling van gebouwen die voor minstens 50 % als opslagruimte gebruikt worden:
-
- voor B2C overeenkomsten verplicht onderworpen is aan btw;
- voor B2B overeenkomsten onderworpen is aan btw indien huurder en verhuurder ervoor opteren;
Krachtens een beslissing van 27 januari 2020 van de centrale diensten bevoegd voor de registratierechten moet, naast de btw, eveneens het evenredig registratierecht van 0,20 % worden betaald bij de registratie van huurovereenkomsten (beslissing nr. EE/107.200);
De enige wettelijk uitzondering hierop zijn leasingovereenkomsten waarvoor er geen dubbele heffing geldt;
Verder bestaan er ook uitzonderingen uit de administratieve praktijk waarbij het evenredig registratierecht van 0,20 % evenmin verschuldigd is voor o.a. de terbeschikkingstelling van parkeerplaatsen of opslagplaatsen, aangezien de belastingadministratie deze niet beschouwt als zuivere huurovereenkomsten;
Op vandaag bestaan er dus geen uitzonderingen voor de hierboven vermelde gevallen (i) en (ii).
Voormelde beslissing van 27 januari 2020 werkt mogelijks ook door op volgende verrichtingen:
- de stilzwijgende verlenging van een onroerende verhuur met btw: voor btw-doeleinden blijft dergelijke verlenging onder dezelfde voorwaarden onderworpen aan btw maar voor registratie-doeleinden moet dergelijke verlenging geregistreerd worden, waarbij het evenredig registratierecht van 0,20 % verschuldigd is;
- de overdracht van een huur tegen vergoeding: dergelijke overdracht is onderworpen aan btw, ongeacht of de huur met of zonder btw is afgesloten, waarbij het evenredig registratierecht van 0,20 % verschuldigd is over de vergoeding voor de overdracht en de nog te vervallen huurgelden.
» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen