Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Faillissementsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak anno 2024

Mr. Ilse van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 6 december 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024

De Wet Continuïteit Ondernemingen (WCO) en de rol van cijferspecialisten (Van Havermaet)

Auteur: Johan De Coster (Van Havermaet)

Publicatiedatum: 18/12/2017

De WCO is een reddingsboei voor bedrijven in moeilijkheden. Maar wat is de precieze rol hierin van cijferspecialisten als accountants, revisoren, belastingsconsulenten en boekhouders? Wat zijn hun rechten en plichten? Wij scheppen duidelijkheid.

Cijferspecialisten spelen in twee verschillende fases een rol: in de preventieve en de remediërende fase. Die eerste draait rond de detectie en melding van ondernemingen in moeilijkheden. De tweede gaat over de toezichts- en bijstandsopdracht in het kader van de opening van een procedure van gerechtelijke reorganisatie.

PREVENTIEVE FASE: DETECTIE EN MELDING

In de preventieve fase moeten de economische beroepsbeoefenaars het bedrijf inlichten over vaststellingen die de continuïteit in het gedrang kunnen brengen.

Dit is voor ons een onduidelijke formulering. Zelfs mét de verduidelijking van de achteraf toegevoegde Interinstitutenaanbeveling.

Verplicht of niet?

Want het vaststellen van gewichtige en overeenstemmende feiten houdt volgens die Interinstitutenaanbeveling geen verplichting in tot een systematisch en/of georganiseerd onderzoek naar dergelijke feiten. Dit werd bevestigd door het hof van beroep te Antwerpen in een arrest van 8 september 2016. Daarin staat: Een economisch beroepsbeoefenaar moet niet voortdurend de continuïteit van de onderneming bewaken.

Welke feiten?

Wat zijn dan die feiten die de continuïteit van een onderneming in het gedrang kunnen brengen? Ook hier geen 100% duidelijkheid. De Interinstitutenaanbeveling voorziet namelijk in een niet-limitatieve opsomming van mogelijke feiten. Het gevolg? De beroepsbeoefenaar moet zich dus conform de aanbeveling baseren op zijn beroepskennis en zijn kennis van de onderneming om zijn of haar oordeel te vellen. De periode waarop de beoordeling van de continuïteit betrekking heeft, is minstens twaalf maanden.

Op welke manier inlichten?

Hoe de cijferspecialist het bedrijf precies moet inlichten, voorziet de WCO niet expliciet in een formele schriftelijke kennisgeving. Evenwel wordt dit door de instituten aangeraden omwille van het bewijs van de inlichting. Het nalaten om de onderneming op omstandige wijze in te lichten brengt immers de aansprakelijkheid van de cijferspecialisten in het gedrang. Een loutere mededeling volstaat niet. Bovendien worden de beroepsbeoefenaars aangeraden om de formele kennisgeving bij voorkeur te doen per aangetekend schrijven gericht aan het bestuursorgaan van de onderneming, waarbij een kopie per gewone brief individueel aan ieder lid van het bestuursorgaan kan worden gestuurd.

PREVENTIEVE FASE: OPVOLGING

Ten tweede vereist de WCO in de preventieve fase een zekere opvolging door de cijferspecialisten. Er moet namelijk worden nagegaan of het bestuursorgaan op een adequate wijze met de aangeleverde informatie omgaat. Indien het bestuursorgaan nalaat om de nodige maatregelen te treffen binnen de maand na de kennisgeving door de beroepsbeoefenaar, dan kan hij de voorzitter van de rechtbank van koophandel hierover schriftelijk inlichten, zonder schending van het beroepsgeheim.

Melding rechtbank: geen verplichting

In tegenstelling tot de overige bepalingen geldt deze bepaling niet voor de externe boekhouder of voor de externe erkend boekhouder-fiscalist, maar enkel voor de externe accountant, de externe belastingconsulent en de bedrijfsrevisor.

Beroepsgeheim?

Ten derde kan de rechter die zetelt in een kamer voor handelsonderzoek ambtshalve alle informatie verzamelen die hij nodig acht voor zijn onderzoek. In het kader daarvan is het beroepsgeheim van de economische beroepen in principe van toepassing. De rechter kan echter inlichtingen vragen aan de beroepsbeoefenaar over de aanbevelingen die hij heeft gedaan, en in voorkomend geval ook over de maatregelen die de onderneming daarna heeft genomen om de continuïteit te waarborgen. Het geven van dergelijke inlichtingen vormt dan weer geen schending van het beroepsgeheim.

REMEDIËRENDE FASE: TOEZICHT EN BIJSTAND

Ook in de remediërende fase werd de rol van de cijferspecialisten belangrijker. De toezichts- en bijstandsopdracht in het kader van de opening van een procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt door de Interinstitutenaanbeveling ingevuld als een samenstellingsopdracht.

Samenstellen is het ondersteunen bij en het rapporteren over de opstelling en presentatie van een financieel overzicht op grond van door de onderneming aangeleverde informatie. De meerwaarde van deze toezichts- en bijstandsopdrachten van de economische beroepsbeoefenaars wordt gevormd door de objectivering van de informatie die aangeleverd werd door het bestuursorgaan. De rechtbank van koophandel zal op deze manier de mogelijkheden tot reorganisatie en de kans dat de continuïteit van de onderneming behouden kan blijven, beter kunnen inschatten.

Conclusie?

Ook binnen het nieuwe insolventiewetboek (13 juli 2017) wordt er extra aandacht besteed aan het opsporen van ondernemingen in moeilijkheden en ook hier wint de tussenkomst van de cijferspecialisten aan belang. Meer hierover in een volgende editie: TO BE CONTINU(ED)ITEIT…

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Insolventie & Faillissement