Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Inbreng van kapitaal en de uitgifte van aandelen in de BV (Deminor)

Auteur: Jan Baptist Cooreman (Deminor)

Publicatiedatum: 19/05/2020

Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna: “WVV”) voorziet in enkele ingrijpende wijzigingen met betrekking tot ‘kapitaalverhogingen’ in de besloten vennootschap (de vroegere BVBA, hierna “BV”). In het algemeen kunnen we stellen dat er in de toekomst meer mogelijkheden zijn met betrekking tot bijkomende inbrengen in de BV. De spelregels gaan in grote mate gelijken op wat onder huidig recht in de naamloze vennootschap (hierna: “NV”) al kon. Deminor geeft u in dit artikel een overzicht van de nieuwigheden.

Bijkomende inbreng zonder uitgifte van nieuwe aandelen: geen statutenwijziging

Een kapitaalverhoging impliceerde onder het oude recht steeds een statutenwijziging en de beslissing daartoe moest met drie vierde van de stemmen genomen worden. In het WVV is dit niet meer het geval: de algemene vergadering kan in de BV met een gewone meerderheid gemakkelijker besluiten tot een bijkomende inbreng zonder uitgifte van aandelen. Deze bijkomende inbreng vereist wel nog een authentieke vaststelling voor de notaris.

Inbreng met uitgifte van nieuwe aandelen: uitgifteverslag

Onder het oude recht was in de BV enkel een bijzonder verslag van het bestuursorgaan vereist bij een kapitaalverhoging die een inbreng in natura omvat. In het WVV wordt het bestuursorgaan nu verplicht om bij elke uitgifte van nieuwe aandelen de uitgifteprijs te verantwoorden in een uitgifteverslag. Ook de gevolgen voor de vermogensrechten (zoals het winstrecht en recht op liquidatieoverschot) en lidmaatschapsrechten (zoals stemrecht) van de bestaande aandelen moeten in dit verslag uiteen gezet worden. Op deze manier beoogt het WVV de aandeelhouders, die op de algemene vergadering over het voorstel tot uitgifte van nieuwe aandelen moeten stemmen, afdoende voor te lichten over de consequenties van deze verrichting. Zonder uitgifteverslag is het besluit van de algemene vergadering nietig.

Onder het oude recht was in de BV enkel een bijzonder verslag van het bestuursorgaan vereist bij een kapitaalverhoging die een inbreng in natura omvat. In het WVV wordt het bestuursorgaan nu verplicht om bij elke uitgifte van nieuwe aandelen de uitgifteprijs te verantwoorden in een uitgifteverslag. Ook de gevolgen voor de vermogensrechten (zoals het winstrecht en recht op liquidatieoverschot) en lidmaatschapsrechten (zoals stemrecht) van de bestaande aandelen moeten in dit verslag uiteen gezet worden. Op deze manier beoogt het WVV de aandeelhouders, die op de algemene vergadering over het voorstel tot uitgifte van nieuwe aandelen moeten stemmen, afdoende voor te lichten over de consequenties van deze verrichting. Zonder uitgifteverslag is het besluit van de algemene vergadering nietig.

Bij de uitgifte van converteerbare obligaties of van inschrijvingsrechten (de nieuwe benaming voor de huidige warrants) moet het uitgifteverslag bovendien ook nog, gelet op het bijzondere karakter ervan, de verrichting zélf verantwoorden.

Uitgiftepremie verdwijnt

Onder het oude recht werd de uitgiftepremie als boekhoudkundige figuur gebruikt om bestaande aandelen bij een kapitaalverhoging een juiste waarde toe te kennen. In de boekhouding van een vennootschap worden uitgiftepremies geboekt om het verschil tussen de uitgifteprijs van nieuwe aandelen, en de nominale of fractiewaarde van de bestaande aandelen aan te duiden. Aangezien het kapitaalconcept afgeschaft werd en de uitgifteprijs van nieuwe aandelen nu vrij bepaald kan worden, is de figuur van de uitgiftepremie niet langer relevant.

Voorkeurrecht

Het WVV bepaalt met betrekking tot inbrengen in geld dat het voorkeurrecht van bestaande aandeelhouders per categorie van effect, en per soort van aandeel uitgeoefend moet worden. In de BV waren soorten van aandelen al langer mogelijk, maar het WVV zorgt ervoor dat de BV nu ook alle effecten kan uitgeven die niet door of krachtens de wet verboden zijn. Op die manier worden verschillende categorieën van effecten binnen de BV mogelijk en is een regeling m.b.t. voorkeurrechten in feite het loutere logische gevolg.

Het WVV bepaalt verder dat dit voorkeurrecht niet door de statuten kan worden beperkt of opgeheven. De algemene vergadering kan dit in het belang van de vennootschap echter wél, volgens een in de wet voorziene procedure.

Inbrengen van nijverheid (arbeid)

Onder het oude recht kon een inbreng van nijverheid (namelijk de verbintenis om werk of diensten te verrichten) in de BV niet vergoed worden met aandelen die een kapitaalvertegenwoordigende waarde hebben. Deze regel wordt in het WVV afgeschaft. Inbrengen van nijverheid worden in de BV dus mogelijk en vormen een inbreng in natura.

Voor inbrengen in natura werd de bestaande regeling van controle door de commissaris of revisor behouden, maar werd zij in het licht van het verdwijnen van het concept ‘kapitaalvertegenwoordigende waarde’ stilistisch geherformuleerd.

De procedure inzake de quasi-inbreng werd in het WVV niet overgenomen: de wetgever is van oordeel dat de regels inzake belangenconflicten op dit vlak de nodige garantie zullen bieden.

Nieuw: ‘toegestaan kapitaal’

Net zoals in de NV reeds mogelijk was onder het oude recht (zgn. ‘toegestaan kapitaal’), zal de algemene vergadering ook in de BV de bevoegdheid kunnen delegeren aan het bestuur om gedurende vijf jaren nieuwe aandelen, converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten uit te geven. Dit principe wordt in de BV een ‘bevoegdheidsdelegatie aan het bestuursorgaan’ genoemd, die opgenomen moet worden in de statuten van de BV.

Globaal kunnen we stellen dat het WVV bijkomende inbrengen in de BV net iets gemakkelijker maakt voor zover geen nieuwe aandelen worden uitgegeven, en net iets moeilijker wanneer dat wél het geval is (bv. het uitgifteverslag). Daarnaast worden veel mogelijkheden, die onder het huidige recht voorbehouden zijn voor de NV, nu ook in de BV mogelijk (bv. de bevoegdheidsdelegatie aan het bestuur). Uit de toegenomen flexibiliteit die de BV in het WVV kenmerkt blijkt nog maar eens het doel van de wetgever om van deze vennootschapsvorm de standaard te maken.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen