Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Our house, in the middle of our street. Het verlaagd verkooprecht (aternio)

Auteur: Liese Leman (aternio)

Publicatiedatum: 31/08/2020

There is always something happening…ook de Vlaamse decreetgever heeft niet stilgezeten. Voor de Vlaming geboren met een baksteen in zijn maag is het niet oninteressant om te weten hoeveel belastingen daadwerkelijk verschuldigd zijn bij de aankoop van een woning. Bij Vlaams decreet van 29 december 2019 is er voorzien in tarieven die lager zijn dan het basisverkooprecht van 10%. Bij decreet van 26 juni 2020 is er verder gesleuteld aan het toepassingsgebied en de termijnen voor deze verlaagde verkooptarieven.

Verkooprecht – belastbaar voorwerp

Het verkooprecht op onroerend goed is verschuldigd in verscheidene situaties. Bijvoorbeeld als de eigendom of het vruchtgebruik van een onroerend goed overgedragen wordt, zoals bij de verkoop of bij een ruil. Het verkooprecht is ook verschuldigd bij inbreng in een Belgische vennootschap, in ruil voor aandelen, van een onroerend goed dat tot bewoning aangewend wordt of bestemd is.

Het verkooprecht is verschuldigd vanaf het ogenblik dat een verkoopovereenkomst gesloten is. Aldus is het verkooprecht soms al verschuldigd bij ondertekening van een onderhandse verkoopovereenkomst, het zogenaamde compromis. Indien er evenwel opschortende voorwaarden zijn bedongen in het compromis, is het verkooprecht pas opeisbaar als deze voorwaarden zijn vervuld.

Stilstaan bij de opschortende voorwaarden kan u bijgevolg veel geld besparen voor het geval de verkoop toch afspringt. De opschortende voorwaarden zorgen er dan voor dat er geen verkoop is en dat geen verkooprecht verschuldigd is.

Decreet 29 december 2019 – Daling van de tarieven

Voor het decreet van 29 december 2019 was bij de aankoop van de enige eigen woning 7% registratiebelasting verschuldigd in plaats van de gewone 10%. De voorwaarden om te kunnen genieten van dit verlaagd recht werd reeds beschreven in een vorige blog.

De tarieven kunnen echter nog lager zijn bij ingrijpend energetische renovatie van de gezinswoning  (6 %) of als deze woning kwalificeert als erfgoed en na het uitvoeren van investeringen (1%). Voor een beschermd patrimonium is het belastingvoordeel enkel toepasbaar op werken die in een door het agentschap Onroerend Erfgoed goedgekeurd beheersplan opgenomen zijn.

Bij decreet van 29 december 2019 werd het voormelde tarief van 7 % naar 6 % verlaagt (wijziging van artikel 2.9.4.2.11, § 1 VCF). Het bestaande tarief van 6 %, bij energetische renovatie, is verder verlaagd naar 5 % (wijziging van art. 2.9.4.2.12, § 1 VCF).

Het decreet trad in werking op 1 januari 2020. De tariefverlaging is bijgevolg van toepassing “op overeenkomsten houdende zuivere aankoop gesloten vanaf 1 januari 2020“.

Decreet van 26 juni 2020 – Uitbreiding toepassingsgebied

Bij decreet van 26 juni 2020 (BS 29 juni 2020) is er wederom gesleuteld aan het verkooprecht.

Voor de aankoop van een enige eigen woning die door de verkrijger ingrijpend energetisch gerenoveerd zal worden, geldt ook een verlaagd tarief van 5 %. Sloop of herbouw waren daarbij tot nu toe uitgesloten, maar dat verandert nu. Wat is een ingrijpende energetische renovatie? We verwijzen u graag door naar Energiesparen.be als u hierover meer uitleg wenst.

De tariefverlaging breidt vanaf 1 januari 2021 uit tot gedeeltelijke sloop, gevolgd door een gedeeltelijke herbouw of herbouw.

Decreet van 26 juni 2020 – Verlenging van termijnen

Het verkooprecht (10%, 6%, 5% of 1%) is verschuldigd wanneer een natuurlijk persoon een woning aankoopt om er zijn hoofdverblijfplaats te vestigen. In alle gevallen moet het vestigen van de hoofdverblijfplaats in het aangekochte goed binnen een welbepaalde termijn gebeuren.

Dit wil zeggen dat de koper daar zijn domicilie dient te vestigen. Voor het decreet moest men op het adres van de aangekochte woning zijn inschrijving doen binnen 2 jaar na de datum van de aankoopakte.

Bij decreet van 26 juni 2020 is de termijn nu op 3 jaar (6 %-tarief), respectievelijk 5 jaar (1 %-tarief) gebracht.

Het decreet heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2020. De nieuwe, langere termijnen gelden ook voor de verkoopovereenkomsten die zijn gesloten vanaf 1 juni 2018 en vóór 1 juni 2020 met toepassing van het verlaagd tarief.

Conclusie

We slaan u met cijfers om de oren. Maar we doen dit graag indien u hiermee geld kan besparen. Vergeet men zijn domicilie te vestigen dan kan dit immers zuur opbreken. Goed dat er alvast in een langere termijn is voorzien. Een vermindering van het tarief is uiteraard interessant voor uw portemonnee, maar er zijn altijd andere manieren om nog verder te besparen/investeren.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen