Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Nieuwe Vlaamse vrijstelling voor onroerende voorheffing (Alaska)

Auteur: Peter Hacke (Alaska)

Publicatiedatum: 24/09/2018

Renoveert u uw woning, dan kunt u daarvoor vrijstelling van onroerende voorheffing betalen. Zo blijkt uit een Vlaamse decreet, dat ineens het mes zet in een aantal bestaande belastingverminderingen, maar tegelijk wordt wel voorzien in een uitbreiding en beperking van bestaande vrijstellingen voor de onroerende voorheffing die vanaf aanslagjaar 2019 in werking treden.

Het decreet schrapt drie belastingverminderingen die u kunt krijgen voor de renovatie van woningen. In de eerste plaats wordt een streep getrokken door de belastingvermindering die u krijgt voor uitgaven gedaan voor vernieuwingen van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid. In de praktijk bleek die vrijstelling echter al niet meer te bestaan vermits er eigenlijk geen dergelijke zones meer bestonden. Daarnaast kunt u ook geen belastingvermindering meer krijgen als u in het kader van een renovatieovereenkomst geld uitleent aan een natuurlijke persoon voor de renovatie van o.m. panden die in het leegstandregister zijn opgenomen. Overeenkomsten die vanaf 1 januari 2019 worden gesloten, kunnen daar niet meer van genieten. Tenslotte zal ook de belastingvermindering verdwijnen, voor uitgaven die u verricht voor de vernieuwing van een woning die u via een sociaal verhuurkantoor verhuurt. Uitgaven vanaf 1 januari 2019 vallen dan uit de boot voor de vermindering.

Die schrappingen worden wel gecompenseerd door een aantal vrijstellingen van onroerende voorheffing. Vooreerst zal de bestaande vrijstelling gedurende vijf jaren voor renovatie van onroerende goederen die staan opgenomen in de zgn. inventaris van ongeschikte en/of onbewoonde woningen, ook uitgebreid worden naar de inventaris van leegstaande of verwaarloosde bedrijfsruimten. Dergelijke gebouwen moeten dan wel volledig gesloopt worden, gevolgd door een vervangbouw. Die vrijstelling gedurende vijf jaren geldt dan vanaf het moment dat het betreffende gebouw niet meer voorkomt in één van die inventarissen. De vrijstelling betreft in principe het volledige kadastraal inkomen, maar wordt beperkt tot de eerste schijf van onroerende voorheffing van 1.000 euro, voor woningen, en tot 4.000 euro voor bedrijfsruimten. Vanaf aanslagjaar 2019 (lees: uitgaven in 2018) treedt die vrijstelling in werking.

Tenslotte wordt ook een uitbreiding voorzien voor de vrijstelling die geldt wanneer bepaalde kleine handelspanden worden verbouwd naar woningen bestemd voor huisvesting van een gezin of alleenstaande. Die vrijstelling wordt uitgebreid van 3 naar 5 jaar, en de voorwaarden voor de toekenning wordt versoepeld. Ze geldt nl. voor de  verbouwing van een kleinhandel dat is gelegen zgn. winkelarm gebied tot woning(en). Dat het hierbij gaat om een actief leegstaand winkelpand speelt geen rol. Ook een onroerend goed, gelegen in een zgn. kernwinkelgebied, maar waarvan minstens de benedenverdieping als kleinhandel wordt gebruikt en waarvan één of meerdere bovenverdiepingen worden verbouwd tot woning, komt in aanmerking voor de vrijstelling van onroerende voorheffing. De bovenvermelde zones kunt u terugvinden op www.detailhandelvlaanderen.be. Ook die uitgebreide maatregel treedt vanaf aanslagjaar 2019 in werking.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen