Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


HR-aspecten bij M&A transacties

Mr. Nele Van Kerrebroeck (Linklaters)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024

Einde dubbele belasting Franse dividenden: Minister van Financiën bevestigt dat verrekening mogelijk is (KPMG Law)

Auteurs: Charlotte Vandepitte en Julien Decin (KPMG Law)

Publicatiedatum: 25/03/2021

De discussie omtrent de dubbele belasting op Franse dividenden is gekend. Belgische particuliere beleggers die Franse dividenden ontvingen, betaalden jarenlang te veel belastingen. De dividenden zijn niet alleen onderhevig aan Franse bronbelasting, ook in België werden zij belast aan 30% roerende voorheffing. Rechtspraak had nochtans al meerdere malen geoordeeld dat België op basis van het Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag verplicht is om een belastingkrediet van minstens 15% toe te kennen, maar de Minister van Financiën wou zich niet neerleggen bij die positieve rechtspraak.

Dit lijkt nu verleden tijd te zijn. In antwoord op een parlementaire vraag heeft de minister uiteindelijk dan toch formeel bevestigd dat de belastingadministratie de positieve rechtspraak zal volgen.[1] Voortaan kunnen particuliere beleggers dus een belastingkrediet toepassen door de Franse dividenden aan te geven in een specifieke rubriek in de aangifte personenbelasting.

De officiële bevestiging van de Minister van Financiën heeft echter alleen betrekking op de toekomst. De minister neemt (nog) geen standpunt in over de in het verleden te veel betaalde belastingen (hetgeen immers geen deel uitmaakte van de parlementaire vraag die aan hem werd gesteld). In de wandelgangen wordt alvast gefluisterd dat een circulaire op komst zou zijn die hierover meer informatie zal geven.

Lees hier meer over de eventuele terugvorderingsmogelijkheden.

[1] Vr. en Antw. Kamer 2020-2021, 27 januari 2021, nr.B0036, 201, vraag nr.123

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Vennootschappen & Verenigingen