Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Conventioneel beding op terugkeer: gelden uit een kapitaalvermindering. Beslissing Vlabel van 27 mei 2019 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 09/06/2019

De volledige beslissing leest u op de website van Vlabel, wij hernemen hier enkel de conclusie:

Op het ogenblik van de schenking ontstaat er een gesplitste inschrijving van de aandelen van de Vennootschap A : het vruchtgebruik komt toe aan de vader en de blote eigendom aan zijn zoon en zijn dochter. In de schenkingsakte werd tevens een optioneel beding van terugkeer en zaakvervanging voorzien. Nadien werd in de Vennootschap A een kapitaalvermindering in speciën doorgevoerd zonder vernietiging van aandelen, integendeel, het aantal aandelen werd verhoogd.

Bij akte werd een fusie doorgevoerd waarbij de Vennootschap A de vennootschap B overneemt. Hierbij werd een kapitaalverhoging doorgevoerd en werd het aantal aandelen verhoogd.

Hoewel het hier om reeds gestelde rechtshandelingen gaat, is de vraag wat de fiscale gevolgen van deze rechtshandelingen zijn inzake erfbelasting (art. 2.7.1.0.1 of 2.7.1.0.2 VCF) indien zoon en/of dochter zouden (voor)overlijden voor de vader.

Het conventioneel optioneel beding van terugkeer en de zaakvervangingsclausule zijn hierbij van belang. Meer bepaald is de vraag: Kan worden aangenomen dat het aan de aandeelhouders uitgekeerde kapitaal “in de plaats is gekomen” van de waardevermindering die de aandelen hebben ondergaan? En a fortiori: indien het vruchtgebruik van de vader (op de gelden voortkomend uit de kapitaalvermindering) wordt omgezet in een lijfrente en er zijn uitkeringen gebeurd, heeft dit invloed op de som die “in de plaats is gekomen” van de waardevermindering die de aandelen hebben ondergaan?

Wat het conventioneel optioneel beding van terugkeer betreft, geldt het volgende, overeenkomstig Standpunt 16030 van 04.04.2016: “Het vooroverlijden van de begiftigde opent voor de schenker een recht: de terugkeer al dan niet laten plaatsvinden. Er is dus een wilsuiting van de schenker vereist om de terugkeer te laten plaatsvinden. Als de schenker zijn wil uit om het voorwerp van de schenking terug te nemen, behoort het geschonken goed niet tot de nalatenschap van de begiftigde maar doet er zich een conventionele overdracht voor tussen het vermogen van de schenker en het vermogen van de begiftigde. In het geval van een optionele bedongen terugkeer is er geen sprake van de zuivere werking van een ontbindende voorwaarde. De schenking is gebeurd en wordt niet ongedaan gemaakt door het loutere feit dat de begiftigde komt te overlijden vóór de schenker. Vermits de optionele terugkeer kan worden beschouwd als een last die aan de schenking was gekoppeld, wordt deze overdracht ontleed als een overdracht onder bezwarende titel. De schenker krijgt immers een optie om het goed terug te nemen onder de opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van de begiftigde. Als de opschortende voorwaarde wordt vervuld, kan de schenker zijn optie lichten waardoor er een nieuwe overdracht van het goed plaats vindt.”

De goederen onderworpen aan de terugkeer zullen dus geen deel uitmaken van de nalatenschap van de begiftigde en niet onderworpen worden aan erfbelasting. Het voorwerp van de terugkeer zou alleszins een roerend goed betreffen, bijgevolg is er op die terugkeer geen registratiebelasting verschuldigd. Wat de omvang van het voorwerp van de terugkeer in concreto (met name al of niet het volledige aantal aandelen en al of niet de gelden voortkomend van de kapitaalvermindering inclusief) betreft, hanteert Vlabel de volgende principes.

a) Welke aandelen keren terug?

De Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) aanvaardt het principe van de conventionele zaakvervanging, zoals opgenomen in Standpunt nr. 16021 dd. 22.02.2016 (gepubliceerd).  Er zal op het ogenblik van een eventueel vooroverlijden nog concreet dienen aangetoond worden dat de nieuw uitgegeven aandelen) effectief in de plaats zijn gekomen van de geschonken aandelen. Het louter voorleggen van de zaakvervangingsclausule voorzien in de schenkingsakte van xxxx is hiervoor onvoldoende. Over deze feitelijke bewijsvoering kan geen concrete uitspraak gedaan worden aangezien dit een loutere bewijsproblematiek betreft, waarover geen voorafgaande beslissing kan worden afgeleverd (art. 3.22.0.0.1, §3, 2° punt c) VCF).

b) Maken de gelden die voortkomen uit de kapitaalvermindering ook deel uit van de terugkeer?

Vermits de conventionele terugkeer plaatsvindt met terugwerkende kracht, en de geschonken goederen terugkeren in het vermogen van de schenker, net alsof er nooit een schenking is geweest, aanvaardt Vlabel dat ook de gelden die voortkomen uit de kapitaalvermindering deel uitmaken van de terugkeer.

Alleszins zal op het ogenblik van het eventueel vooroverlijden en het uitoefenen van de optie aangetoond dienen te worden dat de gelden nog identificeerbaar zijn en effectief voortkomen van de kapitaalvermindering in verband met de aandelen die aan de terugkeer onderworpen worden. Loutere beweringen volstaan hiervoor niet. Aangezien het ook hier over een bewijsproblematiek gaat,  kan er geen voorafgaande beslissing daaromtrent afgeleverd worden.

De omzetting van het vruchtgebruik van de vader in een lijfrente stelt een einde aan de gesplitste situatie (dochter en zoon worden volle eigenaars), maar wordt beschouwd als een rechtshandeling onder bezwarende titel. Hierop is dus geen Vlaamse registratiebelasting verschuldigd.

Indien er op datum van overlijden van de begiftigde reeds uitkeringen van lijfrenten zouden gebeurd zijn via uitbetaling van de rekeningen waarop de kapitaalvermindering werd gestort, dan zal enkel het saldo van die rekening in aanmerking worden genomen.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op de erf- en registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.

Lees hier de volledige beslissing nr. 19011 van 27 mei 2019

Publicatie ‘Praktijkgids Successieplanning 2019-2020’ van Prof. Jos Ruysseveldt te koop aan gunsttarief via LegalNews.be

De publicatie ‘Praktijkgids Successieplanning 2019-2020’ van Prof. Jos Ruysseveldt (advocaat-vennoot Ruysseveldt, prof. Fiscale Hogeschool/HUBrussel en AMS UAntwerpen) behelst de nieuwste ontwikkelingen (2018) in het erfrecht, het schenkingsrecht en het huwelijksvermogensrecht, alsook de hiermee gepaard gaande bijsturingen in het registratie- en successierecht. Ook de verplichte inschrijving in het KBO- en UBO-register voor maatschappen, vennootschappen en stichtingen zijn opgenomen. Het houdt rekening met de impact van het nieuwe ondernemingsrecht (2018) en vennootschapsrecht (2019). Het verwerkt de recente bijsturingen c.q. standpunten van de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) inzake erf- en schenkbelastingen.

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen