Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Ambitieuze plannen tot hervorming van Vlaamse erf- en schenkbelasting (Loyens & Loeff)

Auteurs: Saskia Lust en Stephanie van Gils (Loyens & Loeff)

Publicatiedatum: 19/08/2019

Recent werd de formateursnota voor de vorming van een nieuwe Vlaamse regering gepubliceerd. De formateursnota bevat enkele opmerkelijke voorstellen op het vlak van de Vlaamse erf- en schenkbelasting, zoals de invoering van een vrijstelling van erfbelasting voor de langstlevende echtgenoot en de afsluiting van mechanismen tot fiscale ontwijking.

Vrijstelling van erfbelasting

De formateursnota stelt de invoering van een volledige vrijstelling van erfbelasting voor voor de langstlevende echtgenoot en de wettelijk samenwonende partner alsook voor de inwonende kinderen tot 18 jaar.

Volgens de huidige wetgeving genieten de langstlevende echtgenoot en de wettelijk samenwonende partner een vrijstelling van erfbelasting voor het aandeel dat zij erven in de gezinswoning. Daarnaast geldt een vrijstelling van erfbelasting voor de roerende goederen die de langstlevende echtgenoot en de wettelijk samenwonende partner erven tot een waarde van € 50.000.

Als de langstlevende echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner nu andere onroerende goederen erft en/of roerende goederen erft met een waarde boven € 50.000, betalen zij erfbelasting tegen progressieve tarieven tot 27%.

Een volledige vrijstelling heeft dus gevolgen voor andere onroerende goederen dan de gezinswoning en voor roerende goederen met een waarde boven € 50.000 voor de langstlevende echtgenoot en de wettelijk samenwonende partner.

Volgens de huidige wetgeving geldt voor kinderen onder de 21 jaar, bij het overlijden van de tweede ouder, een vrijstelling van erfbelasting voor de gezinswoning en een vrijstelling van erfbelasting voor de roerende goederen tot een waarde van € 75.000. Bij het overlijden van de eerste ouder zijn deze vrijstellingen niet van toepassing.

Een volledige vrijstelling heeft dus gevolgen voor kinderen bij het overlijden van de eerste ouder voor onroerende en roerende goederen. Een volledige vrijstelling heeft gevolgen bij het overlijden van de tweede ouder voor andere onroerende goederen dan de gezinswoning en voor roerende goederen met een waarde boven € 75.000.

Afsluiten van mechanismen tot fiscale ontwijking

De nota voorziet in een afsluiting van een aantal mechanismen tot fiscale ontwijking. Nader detail wordt niet gegeven.

Waarschijnlijk is dat de onbelaste schenking voor Nederlandse notaris met voorbehoud van vruchtgebruik wordt geviseerd als een van de bedoelde mechanismen.

In een eerder standpunt stelde de Vlaamse Belastingdienst dat vanaf 1 juni 2016 effecten die door een overleden inwoner van het Vlaams Gewest waren weggeschonken bij leven met voorbehoud van vruchtgebruik zonder betaling van schenkbelasting, aan erfbelasting moesten worden onderworpen als een fictief legaat.

Op 12 juni 2018 werd de Vlaamse Belastingdienst terechtgewezen door een arrest van de Raad van State, aangezien het standpunt contra legem is. De Vlaamse Belastingdienst past dit standpunt niet meer toe in de praktijk.

Waarschijnlijk zal het standpunt van de Vlaamse Belastingdienst nu in de wet worden verankerd.

Mogelijks zal de onbelaste schenking van de delen van een (burgerlijke) maatschap voor Nederlandse notaris met voorbehoud van vruchtgebruik eveneens worden geviseerd.

De gesplitste aankoop van het vruchtgebruik van een onroerend goed door de ouders en van de blote eigendom van het onroerend goed door de kinderen zou eveneens als een dergelijk mechanisme tot fiscale ontwijking kunnen worden beschouwd, wanneer de gelden voor de aankoop van de blote eigendom eerst geschonken worden voor Nederlandse notaris door de ouders aan de kinderen.

Stimuleren van schenkingen

Ten slotte zal worden onderzocht of schenkingen kunnen worden gestimuleerd via het optrekken van de termijn voor het progressievoorbehoud in de erfbelasting.

Thans bepaalt de wet dat schenkingen van roerende goederen, die zonder de betaling van schenkbelasting zijn gebeurd gedurende drie jaar voor het overlijden, worden belast met erfbelasting als de schenker als inwoner van het Vlaams Gewest overlijdt.

Mogelijks zal de termijn van drie jaar worden verlengd.

Als gedurende een termijn van drie jaar voor het overlijden onroerende goederen zijn weggeschonken, wordt de waarde van het weggeschonken onroerend goed opgeteld bij de waarde van het onroerend goed in de nalatenschap voor de bepaling van het toepasselijk tarief van de erfbelasting. Bijgevolg kunnen hogere tarieven van toepassing zijn.

Mogelijks zal ook in deze context de driejaarstermijn worden verlengd.

Conclusie

De formateursnota bevat een aantal opmerkelijke voorstellen.

Welke voorstellen overeind zullen blijven bij de vorming van de nieuwe Vlaamse regering en zullen worden opgenomen in de beleidsverklaring van een nieuwe Vlaamse regering, is af te wachten.

Wordt vervolgd…

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Successie & Vermogen