Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024

Mondeling is ook gebonden (Crivits & Persyn)

Auteur: Crivits & Persyn

Publicatiedatum: 01/02/2018

U hoort weleens: ‘Ik heb niets getekend!’ als iemand wil terugkomen op gemaakte afspraken. Maar ook zonder een ondertekend document is een overeenkomst bindend.

Een overeenkomst ontstaat op het moment dat alle partijen een wilsovereenstemming bereiken. Een handdruk of een mondelinge overeenstemming volstaat. Een getekend contract is dus in principe niet vereist voor het tot stand komen van wederzijdse verbintenissen.

Vaak is een ondertekend contract wel nodig om het bestaan van een overeenkomst te bewijzen. Tussen particulieren geldt de regel dat voor transacties van meer dan 375 euro een ondertekend contract nodig is. Dit principe is echter niet absoluut. Vaak kan een begin van bewijs door geschrift, aangevuld met andere elementen, volstaan. Zo kan soms aan de hand van een e-mail of zelfs een sms’je van de wederpartij het bestaan van een overeenkomst bewezen worden.

Ten aanzien van handelaars geldt een vrije bewijsvoering. Het bestaan van een overeenkomst met een handelaar kan, ongeacht de waarde, worden aangetoond aan de hand van e-mails of andere documenten die uitgaan van de handelaar tegen wie men het bewijs van een overeenkomst of verbintenis wil leveren, maar ook via getuigen of de boekhouding van die handelaar. Bijzonder is dat bij koop-verkoop een niet betwiste factuur tegen de geadresseerde van de factuur geldt als bewijs van de koop-overeenkomst. Voor andere verrichtingen is de bewijswaarde van een aanvaarde factuur minder sterk, maar zal het toch als een vermoeden kunnen gelden.

Een ondertekende overeenkomst is dus aan te raden en in bepaalde gevallen zelfs noodzakelijk. Toch is dit soms onvoldoende. Een overeenkomst ontstaat niet alleen door een loutere wilsovereenstemming, maar kan ook op dezelfde manier worden aangepast. Een ondertekend contract kan ook mondeling worden gewijzigd. Bij het opstellen van een overeenkomst houdt u hier best rekening mee.

Hoe beschermt u zich tegen zo’n ‘mondelinge’ aanpassing? Er zijn heel wat contractuele clausules die u daarbij kunnen helpen. Zo kunt u onder meer stipuleren dat een wijziging enkel mogelijk is door middel van een nieuwe schriftelijke overeenkomst. Daarnaast kunt u ook een vierhoekenbeding opnemen. Zo’n beding bepaalt dat het ondertekende document de volledige overeenkomst bevat. Dit sluit de mogelijke bindende waarde van bijvoorbeeld e-mails uit. Let wel op, het opnemen van dergelijke clausules is vaak maatwerk en niet altijd een goed idee. Laat u dus goed informeren voor u ze in een overeenkomst opneemt.

Lees hier het originele artikel