Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024

Verrijking zonder oorzaak: samenwonen mits afrekening (aternio)

Auteur: Eveline Smet (aternio)

Publicatiedatum: 24/06/2020

Aah, de liefde. U leeft op wolkjes en ziet alles door een roze bril. Maar onder invloed van het spreekwoord “waar het hart van vol is, loopt de mond van over”, zou u wel eens beloften kunnen doen waar u later mogelijk spijt van krijgt. Nee, vergis u niet, wij dragen de liefde hoog in het vaandel en zijn hier niet om u van uw roze wolk te plukken. We willen u enkel attent maken op het feit dat sommige regelingen maar goed zijn, tot zo lang ze duren. Wanneer de situatie wijzigt en partners elkaar niet meer zo’n warm hart toedragen, kunnen er best bitsige procedures volgen. Een verwittigd man of vrouw is er dus minstens twee waard. En goede afspraken maken goede vrienden. Ok, genoeg gegoocheld met spreekwoorden. Waarover gaat het nu concreet? De theorie van de verrijking zonder oorzaak, specifiek in de wettelijke samenwoning.

Wettelijke samenwoning

Wettelijke samenwoning, ook gekend als het “light huwelijk”, is niet meer weg te denken in de hedendaagse samenleving. Dit komt onder meer doordat er minder formaliteiten aan gekoppeld zijn, in vergelijking met een huwelijk. U bent namelijk al wettelijk samenwonend vanaf dat u met uw partner een verklaring van wettelijke samenwoning gaat afleggen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van uw gemeente.

De enige voorwaarden om die verklaring te mogen afleggen is dat u beiden:

  • juridisch bekwaam bent om overeenkomsten af te sluiten;
  • niet gehuwd bent; én
  • niet wettelijk samenwoont met iemand anders.

Andere weetjes over de wettelijke samenwoning kan u alvast hier even nalezen.

Verplichtingen van de wettelijke samenwoners

Eerder hadden we al vernoemd dat de wettelijke samenwoning ook wel het “light huwelijk” wordt genoemd. Waarom is dat eigenlijk? Wel, inzake het huwelijk zijn er een heleboel wettelijke verplichtingen die opleggen wat de rechten en de plichten van de huwelijkse partners zijn. Dat noemt men het primaire huwelijksvermogensrecht.

De wettelijke samenwoning kent al die rechten en plichten niet. Wat wel geldt, zowel voor de gehuwden als voor de wettelijke samenwoners, is de solidariteit tussen de partners.

Het gaat om:

  • de bescherming van de gezinswoning,
  • de hulp – en bijdrageverplichting, en
  • de verplichting tot hoofdelijke gehoudenheid voor huishoudelijke schulden en schulden voor de opvoeding van de kinderen

Vooral over de hulp- en bijdrageverplichting kunnen al eens geschillen ontstaan. Elke partner moet naar evenredigheid van zijn mogelijkheden, bijdragen in de lasten van het samenleven. Hoe dat concreet in zijn werk gaat, is een feitenkwestie. De partners regelen zelf hoe ze de lasten en uitgaven van hun samenwoning regelen.

Zakenrechtelijke mede-eigendom

Liefde is het startpunt, maar daarna neemt de wet het over.

De voornoemde hulp- en bijdrageverplichting situeert zich vooral in het consumptiepatroon van de partners. Het gaat om steeds terugkerende uitgaven. Maar wat als we deze lijn nu even doortrekken naar bijvoorbeeld, de aankoop van een onroerend goed.

Wanneer 2 partners willen gaan samenwonen, gaan ze op zoek naar een woning. Die wordt dan vaak aangekocht in onverdeeldheid: elke partner deelt mee in de aankoop. Daardoor ontstaat er een situatie van zakenrechtelijke mede-eigendom. Wanneer elke partner voor de helft bijdraagt, is het allemaal nog bevattelijk. Anders wordt het wanneer 1 van de partners meer bijdraagt, omdat die op dat moment misschien meer fondsen ter beschikking.

Hoe gaan we dat regelen, wanneer de relatie een einde neemt? De “afspraken” tussen de partners over dergelijke eenmalige acties, kunnen daarbij verschillen van die over de dagdagelijkse samenwoning.  Wanneer de inbreng van de ene partner disproportioneel staan tegenover de inbreng van de andere partner, biedt de theorie van de verrijking zonder oorzaak desgevallend een uitweg.

Verrijking zonder oorzaak

De leer van de verrijking zonder oorzaak wordt vaak in ondergeschikte orde aangevoerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de casussen waar een andere rechtsgrond ontbreekt, maar ook daar waar een andere rechtsgrond niet voorhanden blijkt of wanneer die rechtsgrond faalt.

Een vordering wegens verrijking zonder oorzaak is bovendien gesteund op een aantal voorwaarden. Voorwaarden die dan nog cumulatief zijn. Dit wil zeggen dat zonder de vervulling van al de voorwaarden, het erg moeilijk zal worden om de theorie in te roepen.

Over welke cumulatieve voorwaarden gaat het:

1 – een verrijking van het ene vermogen;
2 – een verarming van het andere vermogen;
3 – een correlatief verband tussen de verrijking en de verarming; en
4 – het ontbreken van een geldige juridische oorzaak.

In de meeste gevallen zullen de eerste drie punten geen probleem vormen. Nee, het addertje zit hem in de staart: de vierde voorwaarde “het ontbreken van een geldige juridische oorzaak.

Geldige juridische oorzaak (of niet niet)

De terminologie liegt er niet om. Het is duidelijk dat in de theorie van “verrijking zonder oorzaak”, het begrip “oorzaak” belangrijk is. Althans, het ontbreken daarvan. Een oorzaak kan namelijk haar oorsprong vinden in een wettelijke verplichting of in een overeenkomst. Het is ook mogelijk dat een onrechtmatige daad of een gerechtelijke beslissing aan de basis ligt. De voornoemde oorzaken zijn het meest eenvoudig om te bewijzen. Anders is het met de oorzaken die te vinden zijn in de wil van degene die zich verarmd heeft of wanneer we met een natuurlijke verbintenis te maken hebben. Dat zijn morele verplichtingen die principieel niet juridisch afdwingbaar zijn, tenzij zij vrijwillig worden erkend of uitgevoerd.

Schenking?

Vrijgevigheid wordt niet vermoed. Wanneer er geen afdoend bewijs kan worden geleverd van de wil van de ene partner om een schenking uit te voeren naar de andere, kan er dus geen schenking voorhanden zijn.

Wat wel mogelijk is, is dat de partner die meer heeft bijgedragen in de gezamenlijke aankoop, afziet van de mogelijkheid tot recuperatie van het surplus. Het blijkt duidelijk uit de weg dat dit geen automatisme is. Dit kan geweigerd worden, maar dat is afhankelijk van de concrete omstandigheden van de casus.

Conclusie

Bezint eer ge begint en goede afspraken maken goede vrienden, of in dit geval partners. Zet alles duidelijk op papier, zowel de rechten als de plichten als de gevolgen van dat alles. Zo hoeven er geen discussies te ontstaan.

Lees hier het originele artikel