Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Faillissementsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak anno 2024

Mr. Ilse van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 6 december 2024

Modernisering faillissementswet : aansprakelijkheid van gewezen bestuurders en zaakvoerders wordt verstrengd! (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 30/10/2017

De modernisering van de faillissementswet wijzigt ook de aansprakelijkheid van gewezen bestuurders, zaakvoerders, leden van uitvoerende organen en personen met werkelijke bestuursbevoegdheid.

1. In de Memorie van Toelichting (pagina 102 van het Wetsontwerp) wordt vooreerst verduidelijkt dat de materie van de aansprakelijkheid van de bestuurders, dat vroeger ondergebracht was in het wetboek van vennootschappen, nu gedeeltelijk wordt overgeheveld naar Boek XX, met name in zoverre dit betrekking heeft op kennelijke grove fouten die hebben bijgedragen tot een faillissement. Daarom wordt een algemene uitzondering voor natuurlijke personen, die ondernemingen zijn maar geen vennootschapsstructuur hebben, voorzien.

Nieuw is dat inzake de vordering voor kennelijk grove fouten die bijgedragen hebben tot het faillissement afbreuk wordt gedaan aan het monopolie van de curator: wanneer de curator nalaat om de vordering in te stellen, na daartoe aangemaand te zijn, kan zij worden ingesteld door een individuele schuldeiser, maar dan wel ten behoeve van de boedel. Volgens de Memorie van Toelichting (pagina 103 van het Wetsontwerp) is uit de ervaring gebleken dat de curators soms weinig gemotiveerd waren om dergelijke vaak complexe vorderingen in te stellen. Een benadeelde schuldeiser kan evenwel de vordering alleen instellen indien de curator de vordering zelf niet instelt binnen een maand na hiertoe door de benadeelde schuldeiser te zijn aangemaand. De benadeelde schuldeiser stelt de curator daarvan in kennis en deze laatste kan tussenkomen in de door de schuldeiser ingesteld procedure. In dat geval wordt de curator van rechtswege geacht de vordering voort te zetten als rechtsopvolger van de schuldeiser. De boedel dient de schuldeiser voor de door hem gemaakte uitgaven en kosten te vergoeden indien de curator tussenkomt en de schuldeiser heeft eveneens recht op vergoeding voor de gemaakte kosten indien de curator niet tussenkomt en de vordering voordeel oplevert aan de boedel.

2. Er wordt een formele aansprakelijkheidsgrond voor “wrongful trading” ingevoerd. Met deze aanpassing wordt ervoor gezorgd dat dat bestuurders of zaakvoerders, in geval van faillissement, persoonlijk en al dan niet hoofdelijk, in bepaalde omstandigheden, geheel of gedeeltelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het netto-passief als ze een reddeloos verloren onderneming toch verder zetten.

De wetgever somt 3 voorwaarden op (pagina 429 van het Wetsontwerp):

  • als de betrokken persoon op een gegeven ogenblik voorafgaand aan het faillissement, de wist of behoorde te weten dat er kennelijk geen redelijk vooruitzicht was om de onderneming of haar activiteiten te behouden en een faillissement te vermijden
  • de betrokken persoon op dat ogenblik één van de hierboven vermelde hoedanigheden had
  • de betrokken persoon vanaf het ogenblik bedoeld in a) niet heeft gehandeld zoals een normaal voorzichtig en zorgvuldig bestuurder in dezelfde omstandigheden.

Dergelijk optreden behoort volgens de Memorie van Toelichting (pagina 105 van het Wetsontwerp) uitsluitend de curator toe: ‘het is de bedoeling te voorkomen dat welke belanghebbende dan ook op dergelijke wijze kan optreden in een domein waar een complexe appreciatie en een diepgaande kennis van het verleden van de onderneming vereist is’.

Tenslotte: de door de rechtbank toegekende vergoeding wegens vermindering of afwezigheid van activa wordt evenredig verdeeld onder de schuldeisers met inachtneming van de wettige redenen van voorrang, de door de rechtbank toegekende vergoeding wegens vermeerdering van het passief van het faillissement wordt evenredig verdeeld over alle schuldeisers zonder inachtneming van de wettige redenen van voorrang. Elk verdeling geschiedt na voorafname van de boedelschulden.

 

Studienamiddag ‘Ondernemingen in moeilijkheden: arbeidsrechtelijke aspecten’