Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024

Recht van opstal vervroegd beëindigen: algemeen vast recht van €50? Recent standpunt Vlabel (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 27/10/2017

Voorafgaande beslissing nr. 17029 van 2 oktober 2017

In deze situatie behoorden de opstallen van toe aan een ongehuwde man en een ongehuwde vrouw, ieder voor de onverdeelde helft, waarbij de grond volle eigendom was van de man.

Het opstalrecht was verleend voor 50 jaar en zou volgens de overeenkomst een einde nemen in  2060. De opstalgever zou bij het einde van de opstalovereenkomst tot geen enkele vergoeding gehouden zijn ten opzichte van de opstalhouder voor de eigendomsoverdracht van de door laatstgenoemde opgerichte gebouwen, uitgevoerde werken en beplantingen.

De man en de vrouw wensen dit recht van opstal met wederzijdse instemming evenwel vervroegd te beëindigen en alhoewel er in de vestigingsakte van het opstalrecht bedongen werd dat er bij het einde van het opstalrecht door de grondeigenaar geen vergoeding zal verschuldigd zijn aan de opstalhouder, komen comparanten toch overeen dat de man voor de geheelheid eigenaar wordt van de opstallen mits betaling van een vergoeding van € 100.000 aan de vrouw.

De man en de vrouw argumenteren bij Vlabel dat de dit bedrag van €100.000 een vergoeding is die deel uitmaakt van een groter kader, namelijk dit van de dading tussen partijen en dus een vergoeding uitmaakt voor het vervroegde verlies van de genotsrechten van de vrouw met betrekking tot de helft van de door haar opgerichte gebouwen en uitgevoerde werken. Bijgevolg is volgens hen het evenredig verkooprecht niet van toepassing omdat de vergoeding niet de aard heeft van een prijs voor de overgedragen gebouwen en is enkel het algemeen vast recht van €50 van toepassing.

Vlabel is echter van oordeel dat de te betalen som in feite een prijs is voor de overdracht van de constructies en dat de argumentatie dat de som een vergoeding is voor het vervroegde verlies van de genotsrechten van de vrouw in tegenspraak met de bewoordingen in de vestigingsakte. In die vestigingsakte werd immers een passage opgenomen, waarin stond dat “Indien partijen beslissen om uitonverdeeldheid te treden, of indien een van de partijen de uitonverdeeldheidtreding vordert, dan heeft de opstalgever het voorkeurrecht om voormeld onroerend goed over te nemen. Partijen zullen in onderling overleg de waarde van de te verdelen opstallen bepalen, en dit voor de berekening van de opleg, te betalen door de overnemer aan de overdrager. Bij ontstentenis van akkoord omtrent de waarde zal de waarde bepaald worden door een deskundige aan te stellen door de vrederechter van het kanton waar het onroerend goed gelegen is, op verzoek van de meest gerede partij. De schatting van de deskundige is bindend voor beide partijen en definitief. De kosten van de schatting zullen gedragen worden door beide partners, ieder voor de helft”.

Volgens Vlabel is de verkrijgende deelgenoot dus geen derde-verkrijger is en is deze verrichting niet onderworpen aan het verkooprecht maar wel aan het verdeelrecht. Het verdeelrecht is verschuldigd op de totale waarde van de opstallen. Uiteraard laat Vlabel ook weten dat deze beslissing alleen betrekking op registratiebelasting, Vlabel doet geen uitspraak over andere belastingen.

Lees de Voorafgaande beslissing nr. 17029 van 2 oktober 2017

Dit najaar komt de techniek van opstal aan bod tijdens de uiteenzettingen van mr. Wim Vermeulen (advocaat-vennoot Cazimir) en mr. Michael Joosen (advocaat Cazimir).

– op de themadag ‘Schenk- en erfbelasting’ op 17 november 2017
– op de studiedag ‘Successieplanning anno 2018: 2 actuele items’ op 7 december 2017

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Successie & Vermogen